This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
optellen en aftrekken gelijknamige breuken
(als de noemer gelijk is)
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
optellen ongelijknamige breuken
(als de noemer niet gelijk is,
dan moet je de noemer gelijk maken)
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
aftrekken ongelijknamige breuk
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
getallen met ongelijknamige breuken optellen en aftrekken
(als er getallen groter dan 1 bij staan, moet je die soms omrekenen tot een breuk)
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
vermenigvuldigen breuken met een heel getal
(heel getal x teller, noemer blijft gelijk)
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
vermenigvuldigen breuken
(teller x teller, noemer x noemer)
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
delen breuken door heel getal
(teller delen door het getal, als dat niet gaat dan moet je de breuk zo veranderen dat het wel lukt)
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
breuk delen door een breuk
onthouden!!!:
delen door een breuk is hetzelfde als
vermenigvuldigen met het omgekeerde van die breuk
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
En dan nu even oefenen!
(Het zijn maar 6 sommen, van de verschillende soorten breukensommen, dus je doet ze alleen. Is om te kijken of jij het snapt. Daarna kunnen jullie vergelijken!)
Slide 22 - Slide
x
x
:
:
54+83=
453−172=
15⋅116=
85⋅128=
4618⋅4=
76⋅2114=
Slide 23 - Slide
en dan nu de antwoorden! (sleep de blokken weg)
1407
33511
8112
9640=125
929
98126=19828=172
Slide 24 - Drag question
Goed gegaan?
als je 1 of meerdere vragen niet goed had, kijk dan eerst samen of jullie er samen uitkomen. Zoniet dan vraag je het aan mij.
Ik wil graag van jullie horen hoeveel je er goed had!