Ik en de maatschappij Rondkomen les 6 Lenen

H6 Lenen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H6 Lenen

Slide 1 - Slide

Terugblik
-De vorige les ging over sparen.
-Waarom sparen mensen?
-De voordelen en de nadelen van thuis- en banksparen.
-Welke spaarvorm past bij jou?

Slide 2 - Slide

Doel: 
-Je kunt uitleggen wat de voor- en nadelen zijn van geld lenen
-Je weet waarom mensen lenen
-Je leert wat het jou uiteindelijk kost als je geld leent

Slide 3 - Slide

Waarom lenen we geld?
-Je wilt iets kopen dat heel duur is, zoals een auto en je hebt niet gespaard en het gaat ook niet snel lukken
-Je moet onverwachte tegenslagen opvangen: de hond moest opeens naar de dierenarts
-Een tijdelijk tekort opvangen: je salaris komt wat later
-Als je geleend hebt dan heb je SCHULDEN en die moet je terugbetalen.

Slide 4 - Slide

Lenen en aflossen
-Je kunt opeens dingen kopen als je geld geleend hebt
-Daarom is het zo aantrekkelijk, maar de problemen komen later als je de lening af moet betalen met rente.
-Een lening terugbetalen  heet: aflossen
-Een lening betaal je meestal in stukjes terug (termijnen)
b.v. 100 euro betaal je terug in 10 termijnen van 10 euro.

Slide 5 - Slide

Rente
-Stel je hebt geld geleend bij de bank
-Dan betaal je daar rente over
-De bank verdient geld door aan jou geld te lenen
-Je leent 100 euro tegen 10% rente
-Per jaar moet je dus 10 euro rente betalen
-Zolang je nog niet alles hebt afbetaald moet je rente betalen

Slide 6 - Slide

Lenen bij familie of vrienden
-Stel je leent bij familie of vrienden geld, dan hoef je meestal geen rente te betalen maar los je netjes de schuld af
-Het kan ook zijn dat je samen afspreekt dat je wel rente betaald, dat ligt aan de afspraken die je samen maakt.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Kopen op afbetaling
-Dat betekent dat je de aankoop niet in 1x betaalt
-Je betaalt in termijnen
-Heb je nog niet alles afbetaald? Dan heb je schuld
-Over de schuld betaal je ook rente net als bij een lening
-Je spreekt je termijnen af. Het kan maandelijks (gemeentebelasting) of in 2 termijnen met een jaar ertussen, dan duurt het dus lang voordat je alles afgelost hebt.

Slide 9 - Slide

Een spijkerbroek op afbetaling
-Je zag een gave spijkerbroek van 240 euro en die wil je graag hebben
-Je wilt de spijkerbroek in 24 termijnen terug betalen (10 euro per maand)
-Pas na 24 maanden is je spijkerbroek afgelost
-Maar na een jaar is hij al versleten.
-Deze afspraak is dus niet verstandig.

Slide 10 - Slide

Waarom lenen mensen soms geld?
Noem 2 redenen (2p)

Slide 11 - Open question

Waarom leen je geld als je fiets gerepareerd moet worden? (0,5p)
A
Je wilt iets kopen
B
Je moet deze onverwachte tegenslag opvangen
C
Je wilt een tijdelijk tekort aan geld opvangen

Slide 12 - Quiz

Waarom leen je geld als je een nieuwe t.v. wilt? (0,5p)
A
Je wilt iets kopen
B
Je wilt een onverwachte tegenslag opvangen
C
Je wilt een tijdelijk tekort aan geld opvangen

Slide 13 - Quiz

Waarom leen je geld als je te veel kleren hebt gekocht? (0,5p)
A
Je wilt iets kopen
B
Je wilt een onverwachte tegenslag opvangen
C
Je wilt een tijdelijk tekort aan geld opvangen

Slide 14 - Quiz

Waarom leen je geld als je mobiel stuk is? (0,5p)
A
Je wilt iets kopen
B
Je wilt een onverwachte tegenslag opvangen
C
Je wilt een tijdelijk tekort aan geld opvangen

Slide 15 - Quiz

Waar of niet waar?
Als je geld leent, krijg je geld van de bank. (0,5p)
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Waar of niet waar?
Aflossen is terugbetalen van geleend geld. (0,5p)
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Waar of niet waar?
Je krijgt een beloning van de bank omdat je geld leent. (0,5p)
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Waar of niet waar?
Hoe hoger de rente, hoe duurder je lening. (0,5p)
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Waar of niet waar?
Hoe hoger de lening, hoe meer je moet aflossen. (0,5)
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Waar of niet waar?
Als je je lening in 3 jaar aflost, moet je 1 jaar rente betalen. (0,5)
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Voordat je geld leent, moet je goed nadenken.
Geef 1 tip over geld lenen. (1p)

Slide 22 - Open question

Geld lenen heeft voordelen en nadelen.
Wat is een voordeel van geld lenen? (1p)

Slide 23 - Open question

Geld lenen heeft voordelen en nadelen.
Wat is een nadeel van geld lenen? (1p)

Slide 24 - Open question