49e les - 10 de junio de 2021 - el verbo querer y intro las aficiones

¡Bienvenidos!
1 / 32
next
Slide 1: Slide
VerkeerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos!

Slide 1 - Slide

En la clase de hoy
Querer
Las aficiones
Los deportes
Verbos importantes
Evaluación
Los deberes para la próxima vez

Slide 2 - Slide

Vertaal en vervoeg het werkwoord 'querer'

Slide 3 - Open question

Het werkwoord 'querer' is onregelmatig - hoe zie je dat? En bij welke personen is het onregelmatig?

Slide 4 - Open question

El verbo querer = willen
Een werkwoord met een onregelmatige stam. De letter E in de stam verandert naar IE, behalve bij  nosotros en vosotros vorm!

NOTEER: Willen:
Querer + heel werkwoord
Querer + onbepaald lidwoord + zelfstandignaamwoord

Slide 5 - Slide

Traduce: jij wilt studeren

Slide 6 - Open question

Traduce: wij willen eten

Slide 7 - Open question

Traduce: u wilt dansen

Slide 8 - Open question

El verbo querer = willen
Een werkwoord met een onregelmatige stam. De letter E in de stam verandert naar IE, behalve bij  nosotros en vosotros vorm!

NOTEER: Willen:
Querer + heel werkwoord
Querer + onbepaald lidwoord + zelfstandignaamwoord

Slide 9 - Slide

¿Qué quieres hacer?
¿Qué quieres hacer los proxímos días? Apunta 8 cosas en tu cuaderno. Schrijf duidelijk!

Mañana - morgen
El + dag van de week
Este fin de semana - dit weekend
+ vorm van querer + heel werkwoord

timer
3:00

Slide 10 - Slide

¿Qué quieres hacer los proxímos días? Haz (maak) una foto de tu ejercicio

Slide 11 - Open question

Las aficiones
¿Qué significa ‘afición? Y ¿qué significa ‘tiempo libre’?

 

Hoe zou je in het Spaans naar iemands hobby’s kunnen vragen?

La afición = de hobby
El tiempo libre = de vrije tijd
¿Cuáles son tus aficiones? --> Wat zijn jouw hobby's?
En mi tiempo libre me gusta + heel werkwoord --> In mijn vrije tijd hou ik van....

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Tiempo libre
¿Qué actividades conoces (=ken je?) en español?

Slide 14 - Mind map

Slide 15 - Slide

Tu so:

Slide 17 - Open question

Welke overeenkomsten zijn er tussen het werkwoord 'querer' en 'jugar'?

Slide 18 - Open question

Los deportes
Vamos a ver un video sobre los deportes
Completa la ficha con los nombres en español

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Las deportes:
Kijk naar jouw overzichtje:

Welke 3 manieren kun je iets vertellen over hobby's?

JUGAR / HACER/ WERKWOORD MET EIGEN VERVOEGING

Slide 21 - Slide

JUGAR (UE)

JUEGO
JUEGAS
JUEGA
JUGAMOS
JUGÁIS
JUEGAN
Bij alle balspelen:

Jugar al fútbol
Jugar al hockey
Jugar al béisbol
Jugar al balón mano

Bij alle bordspelen:
Jugar al ajedrez (schaken)

Slide 22 - Slide

HACER (DOEN/MAKEN)
HAGO
HACES
HACE
HACEMOS
HACÉIS
HACEN
(Alleen de 'ik'-vorm is onregelmatig)
Bij dingen die je doet:

Hacer deporte (aan sport doen)
Hacer judo
Hacer danza
Hacer surf


Slide 23 - Slide

Het eigen werkwoord vervoegen

Bijv. Nadar- zwemmen
-AR werkwoord
Dus: nado/nadas/nada/nadamos/
nadáis/nadan
Ver series en Netflix
Werkwoord ver - kijken:

VEO
VES
VE
VEMOS
VÉIS 
VEN

Slide 24 - Slide

¿Qué haces en tu tiempo libre?    
¿Tienes aficiones?   



Slide 25 - Slide

¿Cuáles son tus aficiones?
Reader página cincuenta (50)

Haz un top 5 de tus aficiones


Slide 26 - Slide

¿Cuáles son tus aficiones?

Slide 27 - Open question

Conozco (ik ken) el verbo 'querer'
A
B

Slide 28 - Quiz

Sé (ik weet) como decir mis aficiones favoritos
A
B

Slide 29 - Quiz

La clase de español hoy
A
B

Slide 30 - Quiz

Los deberes:
Herhalen: alle oude stof van unidades 1, 2 & 3
Nieuw: la familia, werkwoorden querer & ir
NIEUW: las aficiones en werkwoord 'jugar' - spelen. (juego, juegas, juega, jugamos, jugáis, juegan en hacer - doen/maken (hago, haces, hace, hacemos, hacéis, hacen
Doen: noteer 10 dingen die je dit weekend wilt doen --> gebruik het werkwoord querer!

Slide 31 - Slide

https://rockalingua.com/songs/hobbies


Slide 32 - Slide