TV5C week 6

Nederlands
6 februari
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
6 februari

Slide 1 - Slide

Programma
- Presentatie Coen [41], Fay Ying [43], Merijn [44]

- Opdracht 'weten' lezen blok 2

- Theorienummers samenvatten, oefenen met de lijsten op quizlet

Slide 2 - Slide

Opdracht (15 minuten)
Maak opdracht 7 van lezen blok 2.

Je hebt hiervoor alle theorienummers nodig, pak die erbij.

Klaar? Werk verder aan een opdracht die je nog niet (helemaal) af hebt uit lezen blok 2 of vat de theorienummers samen.

Slide 3 - Slide

De woorden daartoe en met het oog op geven een toelichtend verband aan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Het signaalwoord wanneer kan zowel een voorwaardelijk als een chronologisch verband aangeven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Terwijl zodat een oorzakelijk verband aangeeft, geeft opdat een doel-middelverband aan
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

'Wat leren deze onderzoeksresultaten ons nu?' Deze zin is aankondigend
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

De formulering 'blijkt zo te zijn' kom je vaak tegen in een stelling of bewering.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

In het slot van een examentekst kun je vaak meerdere functies aanwijzen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

'De lekkage is te wijten aan achterstallig onderhoud.' Deze zin bevat geen signaalwoord.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Als je een tekststructuur in de tekst herkent, weet je ook tot welke tekstsoort deze behoort.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Een beoordeling is altijd een waarderende uitspraak.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

De woorden bezwaar, bedenking en tegenwerping zijn synoniemen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Alinea's worden altijd met elkaar verbonden met behulp van signaalwoorden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

De woorden tevens, verder, bovendien en tot slot geven een opsommend verband aan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

De woorden zo, bijvoorbeeld, ter illustratie en namelijk geven een toelichtend verband aan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Bij het schrijven van een tekst breng je verband aan tussen zinnen en alinea's door signaalwoorden en verwijswoorden te gebruiken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Een anekdote en de aanleiding kun je zowel in het begin als in het middenstuk van de tekst aantreffen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Voorbereiden op toetsweek
- Lees tekst 8 en tekstfragment 1 op de classroom

- Samenvatting theorienummers

- Opdrachten (af)maken --> opdracht 8 lezen blok 2

- Quizlet: https://quizlet.com/_61lxd1 over de functies van tekstgedeelten

Slide 19 - Slide

Nederlands
8 februari

Slide 20 - Slide

Programma
- Presenaties van Yasin, Coen, Zoë en Lina

- Lezen tekst 8 

- Quiz bij de tekst maken met GoFormative

- Antwoorden bespreken

Slide 21 - Slide

Lezen tekst 8
Open de classroom.

Kijk onder 'periode 2'. Pak tekst 8 en tekstfragment 1 erbij. We lezen de tekst.
- Bron?
- Waar gaat het over?
- Signaalwoorden, tekstdelen, inleiding-middenstuk-slot?

Slide 22 - Slide

Opdracht (30 minuten)
Maak de quizvragen in GoFormative. 

- Wat vind je nog lastig?
- Welke theorienummers moet je nog leren?
- Heb je het gevoel dat je de tekst begrijpt?
- Klopt dat ook aan de hand van de antwoorden?

Slide 23 - Slide

Nabespreken quiz
- Theorienummers

- Structuur

- Tips

- Vragen?

Slide 24 - Slide