V5 03.12.2021

Willkommen
Freitag 03.12.2021
1 / 29
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Willkommen
Freitag 03.12.2021

Slide 1 - Slide

Heute
  • Kurzes Video
  • Grammatik
  • Kurzgeschichten (Hausaufgaben)

Das Ziel von heute: Hörfertigkeit trainieren - die starken Verben im Präteritum

Slide 2 - Slide

Wörter aus dem Video
von gestern:

Slide 3 - Mind map

Das Video
Schreib wichtige Wörter auf!




Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Warum wollen Skigebiete ihre Pisten noch höher bauen?

Slide 6 - Open question

Was macht man in Stockhorn?

Slide 7 - Open question

Woher kommt das Wasser für die Schneekanonen?

Slide 8 - Open question

Sprechfertigkeit
Was fandest du vom Video, was hast du gelernt?
Hat der Wintersport noch eine Zukunft?


--> Redemittel zu Meinungsäußerung

Slide 9 - Slide

Sterke werkwoorden (verleden tijd) 
Sterke werkwoorden
(verleden tijd)

Slide 10 - Slide

Sterke werkwoorden.......?
  1.  hebben een klinkerverandering in de verleden tijd
  2.  hebben een voltooid deelwoord eindigend op -en

Slide 11 - Slide

Stappenplan
Stap 1: Wat is de stam van de verleden tijd 
Stap 2: Welk persoonlijk voornaamwoord staat er in de zin?
Stap 3: Waarop eindigt de stam van de verleden tijd? 
-d/-t
-s, -ss, -z, -ß (s-klank)
of anders?
Stap 4: uitgang erachter plakken!

Slide 12 - Slide

Welke uitgang komt er achter de stam van de verleden tijd?
regel

(sprechen)
stam op -d/t

(finden)
stam op -s, -ss, -z of - ß
(lesen)
ich
sprach
fand
las
du
sprach -  st
fand - est 
las - t
er/sie/es
sprach
fand
las 
wir
sprach - en
fanden
las - en
ihr
spracht - t
fand - et 
las - t
sie/Sie
sprach - en
fand - en
las - en

Slide 13 - Slide

Waarop eindigt de stam van de verleden tijd?
Welk persoonlijk voornaamwoord staat er in de zin?
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Wat is de stam van de verleden tijd
Uitgang aflezen + invullen

Slide 14 - Drag question

Übung macht den Meister!

Slide 15 - Slide

Spickzettel Verben 
(Handbuch: S. 136)

Slide 16 - Slide

Wir (gehen) früher immer zusammen nach Spanien
A
gehten
B
gingen
C
gangen
D
ginget

Slide 17 - Quiz

Wieso (schlafen) ihr so lang
A
schlieft
B
schlaft
C
schläft
D
schlif

Slide 18 - Quiz

Du (finden) die Rose schön, oder?

Slide 19 - Open question

Gestern (springen) er ins Wasser.

Slide 20 - Open question

Frau Müller, (trinken) Sie gestern Rotwein?

Slide 21 - Open question

(lesen) du immer die Zeitung?

Slide 22 - Open question

Das Kind (schneiden) sich in seinen Finger.

Slide 23 - Open question

Ik snap de theorie over de verleden tijd van de sterke werkwoorden
A
JA
B
NEE
C
BIJNA

Slide 24 - Quiz

Aufgabe 15 (S. 88)
Gibt es noch Fragen über diese Übung?

Slide 25 - Slide

Kurze Übung
1. Heute regnet es. Gestern ______________________ die Sonne.
2. Ich _____________________ den Ball (werfen / fangen).
3. Sie _____________________ ihn, wo er wohnte (fragen)
4. ____________________ du einen Brief? (schreiben)
5. Sven ___________________ sofort eine neue Wohnung (finden).

Slide 26 - Slide

Kurze Übung
  1. Heute regnet es. Gestern schien die Sonne.
  2. Ich warf / fing den Ball (werfen / fangen).
  3. Sie fragte ihn, wo er wohnte (fragen)
  4. Schriebst du einen Brief? (schreiben)
  5. Sven fand sofort eine neue Wohnung.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide