1% quiz (1)

1% quiz (1)
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BurgerschapskundeBasisschoolGroep 8

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

1% quiz (1)

Slide 1 - Slide

Over de rand van een cruiseschip hangt een touwladder. De onderste trede hangt precies 20 cm boven het water. Als het waterpeil 10 cm stijgt, hoeveel cm is dan de afstand tussen het water en de onderste trede?

Slide 2 - Open question

(90%)
In welk woord wordt geen enkele letter twee keer gebruikt?
A
individueel
B
particulier
C
afzonderlijk

Slide 3 - Quiz

(80%)
Nynke wil een appeltaart bakken. Ze heeft geen van de ingrediënten in huis. In de supermarkt koopt ze boter, meel, eieren, zout, suiker, en kaneel. Welk belangrijk ingrediënt is zij vergeten?

Slide 4 - Open question

(70%)
Welke twee letters ontbreken in deze tongbreker?
De ..t .r.bt de .rullen v.n de tr.p.

Slide 5 - Open question

(60%)
Waar op de foto zie je de linkervoet van deze jongedame: A of B?
A
A
B
B

Slide 6 - Quiz

(50%)
Op de eikenlaan groeien 7 bomen op een rij. De onderlinge afstand is 7 meter. Hoeveel meter is de afstand tussen de eerste en de laatste boom?

Slide 7 - Open question

(40%)
Hoeveel benen zijn er te zien op deze afbeelding?

Slide 8 - Open question

(35%)
Welk woord past in dit rijtje:
oli4, hel1, an3s, ....?
A
chan2
B
mar10
C
st7n
D
k8

Slide 9 - Quiz

(30%)
Naar welke plaatsnaam zijn wij op zoek?
MM

Slide 10 - Open question

(25%) Een marktkoopman gaat naar de markt met meloenen. Hij verkoopt de helft plus een halve meloen en heeft dan nog precies nog 1 meloen over. Hoeveel meloenen nam hij mee naar de markt?

Slide 11 - Open question

(20%)
Welk hemellichaam wordt hier uitgebeeld?

Slide 12 - Open question

(15%)
De schimmel op een kaas verdubbelt dagelijks in oppervlak. Na 20 dagen is de kaas volledig bedekt door de schimmel. Na hoeveel dagen was een vierde van de kaas bedekt?

Slide 13 - Open question

(10%)
Wat hebben het midden van kerst en het einde van zomer met elkaar gemeen?

Slide 14 - Open question

(5%)
Als je hardop van 1 naar 100 telt, hoevaak zeg je dan 'zeven'?

Slide 15 - Open question

(1%) Een pot kauwgom kost 1 euro. In elke pot zit een waardebon. Drie waardebonnen kun je inwisselen voor een nieuwe pot kauwgom. Hoeveel potten kauwgom kun je maximaal krijgen voor 15 euro?

Slide 16 - Open question