Rampen en plagen: orkanen (ElzM)

Thema 3: Rampen en plagen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 3: Rampen en plagen

Slide 1 - Slide

Deze les:
  •  Afsluiting + Herhaling Tsunami's
  • Lezen de leerteksten en het maken van opdrachten over orkanen.
  • Samenvatten van leerteksten in een mindmap over orkanen.
  • een collage maken over een orkaan uit de afgelopen 10 jaar.

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les:
... Kun je uitleggen in je eigen woorden wat een tsunami is.
... kun je uitleggen wat de oorzaken zijn van tsunami's
... kun je uitleggen wat de gevolgen zijn van tsunami's
... leer je wat een orkaan is
... leer je hoe een orkaan ontstaat
... leer je vanaf welke windkracht een storm een orkaan is.
... laat je zien dat je de informatie over orkanen samen kunt vatten.
... heb je een collage gemaakt over een orkaan

Slide 3 - Slide

Dit weet ik nu over... Tsunami's

Slide 4 - Mind map

Oorzaken Tsunami's:
  • zeebeving: aardbeving op de bodem van de zee
  • zeeplaat schuift onder een landplaat
  • grote vloedgolf

Slide 5 - Slide

Gevolgen Tsunami's 
  • enorme schade door de vloedgolf
  • ziekten door alle viezigheid
  • tsunami van 2004 

Slide 6 - Slide

Hier heb ik nog vragen over....

Slide 7 - Open question

Aan de slag:
  • Lees de teksten op de volgende dia's goed door en maak een mindmap van de informatie. Op de laatste dia van deze gedeelde les lever je een screenshot of foto van je mindmap in. 
  • Maak de vragen op de blauwe dia's

Slide 8 - Slide

Windkracht meten
- Er wordt altijd iets vernoemd naar de uitvinder, in dit geval meneer Beaufort.
- Van boven naar beneden zie je verschillende windkrachten. 
- Aan de rechterkant zie je de windsnelheden in km/u. 

Slide 9 - Slide

Orkanen
- Een orkaan is een hele zware storm. Twee eisen aan orkaan, waardoor het dus geen storm meer is: 
1. Een orkaan heeft een windkracht van 12
2. Als er minimaal 10 minuten lang een windsnelheid van 117 km/u of meer is

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Leertekst
Een orkaan ontstaat boven warm zeewater. Dit zeewater is minimaal 26,5 graden. De lucht boven het water is heel warm en vochtig. Er zit veel verdampt zeewater in die vochtige lucht. De warme, vochtige lucht stijgt snel op. Als het opstijgt, komt het in koelere lucht en gaat het regenen. Onderin wordt van alle kanten wordt lucht aangezogen om het tekort  aan lucht op te vullen. De lucht die erbij komt gaat draaien en er ontstaat een orkaan. De orkaan ontstaat dus altijd op zee en gaat dan richting land. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Welke lucht heb je nodig bij het ontstaan van een orkaan?
A
Warme lucht
B
Koude lucht
C
Warme en koude lucht
D
Zeewaterlucht

Slide 14 - Quiz

Welke windkracht moet een orkaan hebben?

Slide 15 - Open question

Leertekst
Wanneer een orkaan aan land komt, is die ongeveer na 5 tot 10 dagen uitgeraasd. De kracht van een orkaan neemt af als de orkaan op het land aankomt, dit komt door twee dingen:
1. Er is geen warm zeewater meer dat kan verdampen en opstijgen.
2. De wind wordt geremd door bomen, huizen en gebouwen. 
Eenmaal op het land aangekomen, is de orkaan nog krachtig genoeg (wind is nog steeds heel hard) om alles op zijn pad te vernietigen en veel schade aan te richten

Slide 16 - Slide

Waarom is een orkaan op land alsnog heel gevaarlijk?

Slide 17 - Open question

Positieve gevolgen orkaan
- Wetenschappers leren meer over orkanen
Negatieve gevolgen orkaan
- Veel verwoesting
- Veel slachtoffers
- Veel geld nodig om op te bouwen

Slide 18 - Slide

Lever hier je mindmap over de informatie die je net gelezen hebt over orkanen in.

Slide 19 - Open question

Afsluitende opdracht:
Zoek informatie over een orkaan die veel schade aangericht heeft en maak hier een collage van in Piccollage met minimaal 4 afbeeldingen. De orkaan mag niet langer dan 10 jaar geleden geweest zijn. Noem de naam van de orkaan, de datum, de slachtoffers en de plaats in elk geval in je collage.

Slide 20 - Slide