What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Pluriforme samenleving hoofdstuk 2
Hoofdstuk 2 Pluriforme samenleving
6.1 t/m 6.3
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hoofdstuk 2 Pluriforme samenleving
6.1 t/m 6.3
Slide 1 - Slide
Is Koning Willem Alexander een autochtoon?
A
Ja, hij is in Nederland geboren
B
Nee, zijn vader is Duits dus is hij allochtoon
C
Ja, hij spreekt vloeiend Nederlands
D
Nee, zijn vrouw wel
Slide 2 - Quiz
Wanneer ben je allochtoon?
A
als je een andere huidskleur hebt
B
als je buiten Europa geboren bent
C
als jij of één van je ouders buiten Nederland geboren is
D
als je in Nederland geboren bent
Slide 3 - Quiz
Het woord Pluriform betekent:
A
veel talen
B
veel landen
C
veel mensen
D
veelkleurig
Slide 4 - Quiz
Kenmerken van een pluriforme samenleving zijn:
A
Er is één dominante cultuur en veel subculturen
B
Er is maar één godsdienst toegestaan
C
subculturen zijn verboden
Slide 5 - Quiz
De Nederlandse taal hoort bij:
A
de Nederlandse etnische cultuur
B
de Nederlandse subcultuur
C
de dominante Duitse cultuur
D
de dominante Nederlandse cultuur
Slide 6 - Quiz
Waarom kwamen er gastarbeiders naar Nederland rond 1970?
A
Omdat er een tekort was aan personeel
B
Omdat zij op de vlucht waren
Slide 7 - Quiz
Waarom noemen we deze mensen Gastarbeiders?
A
Omdat ze hier in hotels verbleven
B
omdat wij ze niet betaalden, alleen hun hotel
C
omdat we een uitwisseling met hen hadden
D
Omdat ze hier te gast waren
Slide 8 - Quiz
2
Slide 9 - Video
00:16
Welke landen waren onze koloniën?
A
Suriname, Indonesië, en de Nederlandse Antillen
B
Italië, Spanje en Egypte
C
Turkije en Marocco
D
China, Frankrijk en Mexico
Slide 10 - Quiz
01:23
Om welk land werd door ons leger 4 jaar lang gevochten?
A
Zuid Afrika
B
Indonesië
C
België
D
China
Slide 11 - Quiz
1
Slide 12 - Video
00:38
Hoe noem je het als gezinnen weer herenigd worden?
A
land hereniging
B
familie bijeenkomst
C
gezinshereniging
D
gastgezinnen
Slide 13 - Quiz
Welke 4 redenen zijn er om te verhuizen naar een ander land?
Slide 14 - Open question
Integratie betekent dat nieuwkomers:
A
zich helemaal aanpassen aan de Nederlandse cultuur
B
zich gedeeltelijk aanpassen aan de Nederlandse cultuur
C
zich helemaal niet aanpassen aan de Nederlandse cultuur
D
geen Nederlands hoeven te leren.
Slide 15 - Quiz
Bij integratie hoort dat Nederlanders:
A
andere subculturen afwijzen
B
hun eigen cultuur opgeven
Slide 16 - Quiz
Bij integratie hoort dat Nederlanders:
A
andere subculturen afwijzen
B
hun eigen cultuur opgeven
C
hun wetten aan nieuwkomers aanpassen
D
andere culturen accepteren
Slide 17 - Quiz
Verschillende waarden en normen kunnen zorgen voor … omdat nieuwkomers en Nederlanders elkaar niet begrijpen.
Welk woord is weggelaten?
A
gewoontes
B
integratie
C
spanningen
D
taalproblemen
Slide 18 - Quiz
Wat bedoelen we met de dominante cultuur?
A
De cultuur van de oudere generatie.
B
De cultuur van de meeste mensen in een land.
C
De subculturen die naast elkaar leven.
D
De cultuur van jongeren.
Slide 19 - Quiz
Met subcultuur bedoelen we cultuur die:
A
alleen populair is bij jongeren.
B
hoort bij de grootste groep in de samenleving.
C
afgeleid is van de dominante cultuur.
D
van een kleine groep mensen binnen de samenleving is.
Slide 20 - Quiz
Welke uitspraak is juist?
In ons land:
A
is de Nederlandse cultuur dominant.
B
zijn er meer dominante culturen dan subculturen.
C
zijn er meerdere dominante culturen
D
kennen we geen dominante cultuur.
Slide 21 - Quiz
Antillianen, hiphoppers en moslims zijn voorbeelden van:
A
etnische subculturen.
B
dominante culturen
C
subculturen
D
cultuurkenmerken
Slide 22 - Quiz
“We laten in deze kroeg geen Marokkanen toe.” Deze uitspraak is een duidelijk voorbeeld van:
A
Een stereotype.
B
Discriminatie.
C
Een vooroordeel.
D
Respect.
Slide 23 - Quiz
Wat is een belangrijke voorwaarde voor integratie?
A
Dat iedereen zich houdt aan de basisafspraken van de Nederlandse samenleving.
B
Dat nieuwkomers alles van hun eigen cultuur vervangen door de dominante cultuur.
C
Dat mensen het vaker met elkaar eens zijn.
D
Dat het Suikerfeest een nationale feestdag wordt.
Slide 24 - Quiz
https://schooltv.nl/video/focus-op-de-maatschappij-de-nederlandse-cultuur/
Minuut 2:30
Cabaretier Roué Verveer vertelt wat hij verrassend vond aan de Nederlandse cultuur toen hij hier in Nederland kwam.
Noem
twee dingen
waar Roué verbaasd over was.
Slide 25 - Slide
More lessons like this
Pluriforme Samenleving
November 2020
- Lesson with
13 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Voorbereiding MA lj3 toets hoofdstuk 4
March 2023
- Lesson with
36 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Pluriforme samenleving hoofdstuk 2
June 2020
- Lesson with
33 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Pluriforme samenleving
May 2021
- Lesson with
31 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Quiz - Pluriforme samenleving H4
June 2021
- Lesson with
28 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
SO Pluriforme Samenleving paragraaf 4.1 en 4.2 nieuw
March 2023
- Lesson with
10 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Pluriforme samenleving
September 2022
- Lesson with
21 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3,4
6.4 Integratie
November 2022
- Lesson with
40 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3