1.1: De opkomst van een stedelijke burgerij

1.1 Leidende vraag: Wat maakt de opkomst van een stedelijke burgerij in Nederlandse gewesten mogelijk? (1050-1302)
  • Kenmerkende aspecten:
  • 1. De opkomst van handel en ambacht die de basis legt voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
  • 2. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden. 
Gezicht op de Dam, Joh. Lingelbach (1656)
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 23 slides, with text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

1.1 Leidende vraag: Wat maakt de opkomst van een stedelijke burgerij in Nederlandse gewesten mogelijk? (1050-1302)
  • Kenmerkende aspecten:
  • 1. De opkomst van handel en ambacht die de basis legt voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
  • 2. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden. 
Gezicht op de Dam, Joh. Lingelbach (1656)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Ruysdael

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

korte documentaire over het Stadhuis op de Dam:

Rechtspraak in het stadhuis

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

3 andere korte documentaires over het Stadhuis op de Dam:
1. Jacob van Campen, architect
2. Symboliek in de sculpturen
3. Lodewijk Napoléon in het Stadhuis

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Amsterdam in 1200
Amsterdam in 1700

Slide 11 - Slide

Wat maakte de opkomst van de stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten mogelijk?          KA:
  • Situatie huidige Nederland/België rond 1000:
  • 'De Nederlanden onderdeel van 'Heilige Roomse Rijk'
  • Feodaal bestuurd, 
  • autarkisch, 
  • nauwelijks steden
  • Vanaf 11e eeuw veranderingen, zeker in de zuidelijke Nederlanden oiv:
  • bevolkingsgroei
KA 13: De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een nagrarisch-urbane samenleving.
KA 14: De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
Het Heilige Roomse Rijk is een verbond van geestelijke en wereldlijke staten dat wordt bestuurd door een door de paus benoemde keizer. Het beslaat een groot deel van centraal Europa.

Slide 12 - Slide

Elementen economische groei:
  • door (langzame) bevolkingstoename eind vroege ME: 
  • toename vraag voedsel >
  • boskap, droogleggen moerassen, aanleg dijken aan de kust en
  • verbeterde landbouwtechnieken (ploeg, paard, 3-slagstelsel, mest) >
  • meer akkerbouw en veeteelt > groei handel >
  • verdere toename bevolkingsgroei en verstedelijking (handelsknooppunten)
  • Vooral groei in Atrecht, Brugge, Gent (Vlaanderen)
  • ontwikkelingen sloegen over naar Brabant en Holland/Zeeland >
  • ontstaan monetaire economie    

Slide 13 - Slide

korte documentaire over het leven in een Middeleeuwse stad (5 min)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Stedengroei en stadsrechten
  • in steden toename handel en nijverheid (ambachtslieden) >
  • ontstaan landbouwstedelijke samenleving, gunstig voor:
  • 1.  landadel (belastingen)
  • 2. vorst (belastingen, militaire steun)
  • 3. nieuwkomers > aspirant-poorters oa horigen:
  •     verbetering positie als horige op domein
  • Macht van de steden nam toe door stadsrechten, oa:
  • zelfbestuur, muntrecht, gilderecht, recht op rechtspraak, verdedigingsrecht
  • Vlaanderen (onderdeel Frankrijk) ontwikkelde zich  het snelst, vooral:
  • Atrecht (gevolgd door: Brugge, Gent en later Antwerpen)

Slide 16 - Slide

Atrecht, gunstige ligging voor groei:
  • wegennet Romeinen intact + Schelde en Scarpe goede aanvoerlijnen
  • Bisschopsstad > veel werkgelegenheid
  • productieve landbouw, met name schapenhouderij (lakennijverheid)
  • Binnen de stad ontstonden sociale verschillen:
  • - Patriciaat:
  • rijke kooplieden, 
  • hadden bestuursfuncties en waren geldschieters (oa vorsten), gedroegen zich als adel
  • - Gemeen: het gewone volk, oa georganiseerd in gilden
  • Gevolg van de sociale verschillen: 
Romeins wegennet
Pelgrimsroutes 

Slide 17 - Slide

Strijd om de macht in de stad
  • Macht patriciërs (en adel) leidde geregeld tot spanningen met het volk oa:
  • de 'Guldensporenslag' (1302, Bruggenaren / Kortrijk) 
Gulden Sporen in Kortrijk, 1302 -1382 - 1952

Slide 18 - Slide

Uitzending Panorama gekoppeld aan 2 opdrachten
1. Live verslag van de Guldensporenslag 
Opdrachten:
2. Maak aan hand van de uitzending van Panorama een overzicht van de gebeurtenissen die hebben geleid tot de Guldensporenslag.
3. Probeer aan te geven waaraan de presentator denkt bij de laatste woorden in de uitzending van Panorama


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Strijd om de macht in de stad
  • Macht adel en patriciërs leidde geregeld tot spanningen, oa:
  • de 'Guldensporenslag' (1302, Brugge) 
  •  Elementen:
  •  - Filips IV (Fr) wilde macht adel (graaf Gwijde, leenman) verminderen
  • - conflict om gebieden in Engeland (Filips IV eiste trouw Vlaanderen)
  • - strijd tussen patriciaat en 'gemeen'  in Brugge:
  •  Graaf Gwyde koos (steeds vaker) de zijde van 'het gemeen'. 
  •  Filips IV (gesteund door patriciërs) werd verslagen oa door 'het gemeen' >
  •  invloed leenheer + patriciaat werd minder tgv de gilden en 'het gemeen'
  •  Overigens: tijdelijke machtsverschuiving
Gulden Sporen in Kortrijk, 1302 -1382 - 1952

Slide 21 - Slide

korte documentaire over de Guldensporenslag (8 minuten)

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video