(1th) H3 Bronnen: bevolkingskenmerken van Gambia paragraaf 3 deel 1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Planning:

• Introductie
• Uitleg paragraaf 3: bevolkingskenmerken van Gambia blz. 44/45
• maken opdracht 1 t/m 3 paragraaf 3 blz.: 47
  
• Nabespreken paragraaf 3
  

Aan het einde van de les kan/weet je:

• wat de levensvewachting is
• hoe en waar de mensen werken

Hoe oud wordt de gemiddeld mens wereldwijd?

aantekenigen

levensverwachting

• hoe lang iemand gemiddeld leeft
• kan hoger of lager worden door:
• goede/slechte zorg
  
• veel/weinig kennis over ziektes
• goede/slechte hygiëne
• goed/slecht, veel/weinig voedsel
  

https:

Laat zien hoeveel mensen er van een bepaalde leeftijd zijn. Verdeeld tussen mannen en vrouwen

https:

aantal inwoners per km2. In Gambia gemiddeld 180. In Nederland gemiddeld 413

Beroepsbevolking

De landbouw is zelfverzorgend/zelfvoorzienend. Er wordt veel voedsel verbouwd voor eigen gebruik.

Nadelen zelfverzorgend landbouw:

weinig goed zaaigoed.

Veel armoede

Misoogsten met tekorten en ondervoeding als gevolg

Onderwijs

• niet verplicht naar school
• niet gratis en een duur uniform
• vaak op platteland alleen basisschool.
  

Infrastructuur

• deel van het land is geasfalteerd
• grote zeehaven met daarachter de rivier
• tijdens het regen seizoen zijn veel wegen niet begaanbaar (je kan er niet komen)
  

Bevolkings kenmerken

Demografisch

• Samenstelling van de bevolking: leeftijd, opleiding, herkomst, huishoudens
• Verandering van de bevolking: geboorte, sterfte, migratie

economisch

• bestaansmiddelen (voedsel, kleding, onderdak)
• werk en inkomen
• ontwikkelingskenmerk: welvaart = kan je alle behoeftes vervullen
• duurzaamheid

sociaal-cultureel

• manier van samenleven: omgangsvormen, zorg voor elkaar
• taal
• kunst
• godsdienst

politiek

• verdeling van de macht: overheid, bedrijven, burgers
• bestuur: staatsvorm, lidmaatschap internationale organisaties, wetten en regels
  

zelfstandig werken

lezen paragraaf 3 bevolkingskenmerken van Gambia
maken opdracht 1 t/m 3 paragraaf 3 H3
gebruik hierbij:

• leerboek blz. 44/45
  
• werkboek blz. 47
  

stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken