This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
3 minuten voordat de les begint
Telefoon in tas/broekzak
Kauwgom uit
Biologieboek + laptop op tafel
Recht zitten en stil zijn
timer
3:00
Slide 1 - Slide
Herhalingsles voortplanting
Uitleg + quiz
Afspraken: - Uitleg docent? Dan ben jij stil. - Quiz? Dan mag je met je buurman/buurvrouw overleggen - Lukt dit niet op deze manier? Sluiten we af en werken we in stilte verder.
Slide 2 - Slide
Geslachtskenmerken
Kenmerken waaraan je kan zien of iemand een
jongen of een meisje is.
Er zijn 2 soorten geslachtskenmerken:
PRIMAIRE geslachtskenmerken
SECUNDAIRE geslachtskenmerken
Slide 3 - Slide
Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken
Verschuif de woorden in de blauwe vakken naar het juiste rode vak.
Penis
Borsten
Baard in de keel
Grote schaamlippen
Vagina
Bredere heupen
Balzak
Toename spiermassa
Baardgroei
Slide 4 - Drag question
In de afbeelding zie je alleen primaire geslachtskenmerken
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Welke geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte zichtbaar
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en secundarie geslachtskenmerken
D
Geen van beide
Slide 6 - Quiz
In de puberteit ontstaan secundaire geslachtsorganen ....
A
door hormonen
B
door ouder worden
C
door medicijnen
D
door groeien
Slide 7 - Quiz
Zijn primaire geslachtskenmerken bij de geboorte aanwezig?
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quiz
Voortplantingsstelsel man
Slide 9 - Slide
Sleep de namen naar de juiste plaats.
Prostaat
Zaadleider
Zwellichaam
Urineleider
Zaadbal
Balzak
Eikel
Voorhuid
Zaadblaasje
Bijbal
Slide 10 - Drag question
In het voorvocht voor een zaadlozing kunnen zaadcellen zitten.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quiz
Waar worden de zaadcellen bij de man gevormd?
A
in de penis
B
in de prostaat
C
in de teelballen
D
in de zaadblaasjes
Slide 12 - Quiz
Produceert de prostaat zaadcellen? En produceert de prostaat zaadvocht?
A
Alleen zaadcellen.
B
Alleen zaadvocht.
C
Zowel spermacellen als zaadvocht
Slide 13 - Quiz
Voortplantingsstelsel vrouw
Slide 14 - Slide
Voortplantingsstelsel vrouw
Slide 15 - Slide
De menstruatiecyclus
Slide 16 - Slide
Baarmoeder
Eileider
Eierstok
Urineblaas
Urinebuis
Vagina
Slide 17 - Drag question
Baarmoeder
Eierstok
Eileider
Slide 18 - Drag question
Wat is een ander woord voor eisprong?
A
Evaluatie
B
Ovulatie
C
Evolutie
D
Ik vind dit een stomme vraag.
Slide 19 - Quiz
Welk orgaan stoot tijdens de menstruatie slijmvlies af?
A
De baarmoeder.
B
De eierstokken.
C
De eileiders.
D
De vagina.
Slide 20 - Quiz
Bij een vrouw kan in de eileiders een onbevruchte eicel worden aangetroffen.
A
juist
B
onjuist
Slide 21 - Quiz
Bevruchting vindt plaats in de baarmoeder.
A
Juist
B
onjuist
Slide 22 - Quiz
Welk voorbehoedsmiddel is hier afgebeeld?
A
de pil
B
spiraal
C
condoom
Slide 23 - Quiz
Is dit voorbehoedsmiddel ook geschikt om je te beschermen tegen een soa?
A
ja
B
nee
Slide 24 - Quiz
Noem een voorbehoedsmiddel waarmee je zowel zwangerschap als soa’s kunt voorkomen. (1 woord invullen)
Slide 25 - Open question
In afbeelding zie je een grafiek met de groei van het slijmvlies van de baarmoederwand van een vrouw. Op welke dagen is deze vrouw vruchtbaar?
A
Op dag 1-5.
B
Op dag 6-10.
C
Op dag 11-15
D
Op dag 16-20
Slide 26 - Quiz
Wat is een ander woord voor voorbehoedsmiddelen?
A
antiperistaltiek
B
anticonceptie
C
antibiotica
D
antidepressiva
Slide 27 - Quiz
Voorbehoedsmiddelen voorkomen altijd een zwangerschap
A
Ja, want daar zijn ze tenslotte voor
B
Nee, want als ze verkeerd gebruikt worden werken ze niet
Slide 28 - Quiz
Wat is de EERSTE noodmaatregel die je kunt nemen bij een ongewenste zwangerschap?