Past continuous V2

Past continuous v2
grammar SS theme 2
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Past continuous v2
grammar SS theme 2

Slide 1 - Slide

Lesson aim
- at the end of the lesson, the learners can describe something they did in the past for some time


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Lesson agenda
- newsround
- explanation past continuous
- practice past continuous
- practice vocabulaire

Slide 4 - Slide

What do you know about the past continuous?

Slide 5 - Open question

Past continuous
De past continuous gebruik je om aan te geven dat je iets in het verleden een tijdje deed

Slide 6 - Slide

Hoe vorm je de past continuous?

Slide 7 - Open question

vorm past continuous
Voor de past continuous heb je twee werkwoorden nodig
Een vervoeging van to be (was/were) + werkwoord + ing

Slide 8 - Slide

Welke zin staat in de past continuous?
A
I rode my horse
B
I was riding a horse
C
I am riding my horse

Slide 9 - Quiz

Wat is het verschil tussen de past simple en de past continuous?

Slide 10 - Open question

Past simple vs. past continuous
Beide tijden gebruik je in het verleden
de past simple gebruik je als iets in het verleden is afgesloten
de past continuous gebruik je als iets aan de gang was in het verleden

Slide 11 - Slide

Signaalwoorden verleden tijd
Signaalwoorden voor past simple: 
yesterday, .... ago, last week, last month, last year, in 2018
Signaalwoorden voor past continuous: 
when, while, at the same time

Slide 12 - Slide

past simple or past continuous?
I .................... (walk) to school yesterday
A
was walking
B
am walking
C
walked
D
walk

Slide 13 - Quiz

past simple or past continous?
I ....................... (drive) my car when she crossed the street
A
was driving
B
drove
C
am driving
D
drive

Slide 14 - Quiz

I .................... (watch) the dog when the cat ................ (escape)

Slide 15 - Open question

While I ...................... (drive) I ................... (have) an accident

Slide 16 - Open question