Genotsmiddelen PVC

GENOTSMIDDELEN
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

GENOTSMIDDELEN

Slide 1 - Slide

LESDOELEN
Aan het einde van de les...

  • Weet je het risico's van het gebruik van genotsmiddelen.
  • Je weet het verschil tussen softdrugs en harddrugs 
  • Je kan voorbeeld geven van de effecten van deze drugs. 

Slide 2 - Slide

Genotsmiddelen

Slide 3 - Mind map

GENOTMIDDELEN 
Middelen die je geest of lichaam stimuleren 


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Na hoeveel tijd bereikt de alcohol de hersenen?
A
5 minuten
B
20 minuten
C
10 minuten
D
2 minuut

Slide 6 - Quiz

Hoelang duurt het totdat je lichaam 1 glas alcohol afbreek?
A
30 minuten
B
10 minuten
C
ongeveer anderhalf uur
D
ongeveer 3 uur

Slide 7 - Quiz

Alcohol is..
A
Alleen geestelijk verslavend
B
Niet verslavend
C
Alleen lichamelijk verslavend
D
Zowel geestelijk als lichamelijk verslavend

Slide 8 - Quiz

Wat gebeurt er als je alcohol in verkeerde glas schenkt?
A
Je krijgt meer snel alcohol binnen
B
Er gebeurt niks
C
Je krijgt minder snel alcohol binnen
D
Je krijgt binnen 2 minuut een kater

Slide 9 - Quiz

Alcohol advies
A
Drink 3 a 4 drankjes met wat fris tussendoor
B
Wissel an alcoholdranken
C
Drinkt tot dat je voelt dat je een beetje dronken wordt
D
1 a 2 drankjes op een avond met wat fris tussendoor

Slide 10 - Quiz

Wie wordt sneller dronken?
A
Vrouwen
B
Mannen

Slide 11 - Quiz

Korsakov 
Vitamine B tekort.

Slide 12 - Slide

FAS bijna 3 per 1000

Slide 13 - Slide

DRUGS 

Slide 14 - Slide

INVLOED VAN DRUGS
  1. De hoeveelheid die je inneemt
  2. Hoe je op dat moment voelt
  3. Je omgeving
  4. De soort drugs die je gebruikt 

Slide 15 - Slide

Stimulerend
  • Je hartslag gaat omhoog
  • Je wordt Actiever
  • Spieren spannen zich aan
  • Bloeddruk gaat omhoog 
Voorbeeld 
  • Cocaïne
  • Amfetamine 
  • Tabak
  • Koffie
  • XTC

We noemen dit UPPERS

Slide 16 - Slide

Verdovend 
  • Kalmerend werkking
  • Ademhaling en hartslag gaan omlaag 
Voorbeeld 
  • Heroine
  • GHB
  • Alcohol 
  • Slaapmiddelen
  • Morfine 

we noemen deze: DOWNERS

Slide 17 - Slide

Verandering van bewustzijn 
  • Je raakt in de war
  • Je ziet dingen anders. 
  • je voelt anders.
Voorbeeld 
  • LDS
  • Hasj
  • Wiet
  • Paddo's 


We noemen deze TRIPPERS

Slide 18 - Slide

SOFTDRUGS
  • Minder gevaarlijk 
  • Mag worden verkocht in NL
  • Het mag  

Voorbeeld
  1. Hasj
  2. Wiet
  3. Slaapmiddelen 
HARDDRUGS
  • Gevaarlijk
  • Verboden om te verkopen
  • Strafbaar 

Voorbeeld
  1. XTC
  2. GHB
  3. Heroine
  4. Cocaine 

Slide 19 - Slide

GEVAREN
  • Verslaving 
  • Hallucineren
  • Vergiftiging 

Slide 20 - Slide

WAT IS WAAR?
A
Drugs zijn altijd illegaal
B
Je kunt drugs overal kopen als je 18 bent
C
In NL mag je alle drugs op zak hebben
D
Drug hebben invloed op de werking van je hersenen

Slide 21 - Quiz

Wat is geen softdrug?
A
Hasj
B
XTC
C
Slaapmiddelen
D
Wiet

Slide 22 - Quiz

Wat is hallucineren?
A
Dingen zien of horen die er niet zijn
B
Veel praten
C
Diep nadenken
D
Het kweken van wiet

Slide 23 - Quiz

Noem twee verschillen tussen softdrugs en harddrugs

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Video

welke invloed heeft roken op je uiterlijk?
A
Je tanden worden geler en je krijgt sneller gaatjes
B
Je groeit minder snel
C
Je haren worden dunner
D
Je nagels breken eerder.

Slide 26 - Quiz

Van roken verbeterd je concentratie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Koolmono-oxide bij roken zorgt voor...
A
Nauwere bloedvaten --> hogere bloeddruk
B
Minder zuurstof in je bloed --> duizelig
C
Slijmvlies kapot --> rokershoest

Slide 28 - Quiz

Passief roken of meeroken is
A
om de beurt een trekje van de sigaret nemen
B
tegelijk een sigaret opsteken
C
de rook inademen van een roker

Slide 29 - Quiz

Vape
nicotine, propyleenglycol, glycerol, aldehyden, nitrosamines en metalen.

Slide 30 - Slide

Schadelijk voor je lijf
Kan leiden tot irritatie en schade aan de luchtwegen, hartkloppingen en een verhoogde kans op kanker.

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide