NE 1B - WS, TV (pv + t/d) + S (les 18)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom

Nederlands

Lezen

Programma

Woordenschat

• Hand-out uitdelen.

Taalvaardigheid

• Extra oefenen met persoonsvorm vinden.
• Opdrachten over woorden die eindigen op t of d.
  

Schrijven

• Hoe schrijf je een korte tekst?

Toets Taalvaardigheid

• TV 1.1 - Werkwoord
• TV 1.2 - Hoofdletters en punten
• TV 1.3 - De- en het-woorden
• TV 2.1 - Persoonsvorm
• TV 2.2 - Woorden die eindigen op t of d.
• TV 2.3 -

Taalverzorging H2.1: persoonsvorm

Herhaling leerdoelen

• Je weet wat de persoonsvorm is.
  
• Je kunt de persoonsvorm in de zin vinden.

Even oefenen...

• De persoonsvorm is altijd een ____________.
• Om de persoonvorm te vinden, doe je de __________proef. De persoonsvorm komt dan altijd ____________ (waar?) te staan.
• Waar moet je bij deze proef goed op letten?
• Welke andere proeven ken je om de persoonsvorm te vinden?

Taalverzorging H2.1: persoonsvorm

Herhaling leerdoelen

• Je weet wat de persoonsvorm is.
  
• Je kunt de persoonsvorm in de zin vinden.

Even herhalen...

• Ga naar https://www.cambiumned.nl/theorie/grammatica/zinsdelen/persoonsvorm (of scan de QR-code).
• Maak oefening 1-3.
• Stel vragen.

Taalverzorging H2.2: t of d

Leerdoel

• Je weet hoe je woorden die eindigen op t of d spelt.

Wat is het?

De wedstrijd is gestaakt/gestaakd.

• Maak het woord langer (luisteren): de gestaakte/gestaakde wedstijd.
• Pas de regel toe: 't kofschip + t: de wedstrijd is gestaak+t.

Wist je dat?

Spelling gaat over luisteren

en over regels.

Taalverzorging H2.2: t of d

Leerdoel

• Je weet hoe je woorden die eindigen op t of d spelt.

Opdracht

Maak opdracht 4-6 (blz 75-76).

Wist je dat?

Spelling gaat over luisteren

en over regels.

Schrijfvaardigheid H2: korte tekst

Leerdoel

• Je kunt een korte tekst schrijven.
• Je kunt de gereedschapskist van de journalist (5xW+H) gebruiken.

Uitleg

• Wat heb je eraan? Verslag of werkstuk schrijven, lange antwoorden bij proefwerken, iets navertellen.
• Verzamel informatie met 5xW+H: wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe.
• Vertel het belangrijkste eerst (vaak: wie, wat, waar, wanneer).
• Geef daarna meer informatie (vaak: waarom, hoe).
• Verdeel teksten langer dan vijf of zes regels in alinea's.

Schrijfvaardigheid H2: korte tekst

Leerdoel

• Je kunt een korte tekst schrijven.
• Je kunt de gereedschapskist van de journalist (5xW+H) gebruiken.

Opdracht

• Maak de startopdracht (blz 56).
• Lees de theorie.
• Maak opdracht 1-2 (blz 57).

Huiswerk

Schrijf in je agenda

• Taalvaardigheid 2.2: afmaken opdracht 4-7 en eventueel 8 (blz 75-77).
• Schrijfvaardigheid 2: afmaken startopdracht en opdracht 1-2 (blz 56-57).

Samen lezen