Formatieve toets h15

Formatieve toets h15
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Formatieve toets h15

Slide 1 - Slide

1. Passen sancties beter bij realisme of liberalisme? Gebruik een kenmerk van de theorie

Slide 2 - Open question

2. Leg met behulp van het conflict in deze bron het verschil tussen intra- en interstatelijk conflict uit. Gebruik ook het kernconcept conflict met elementen

Slide 3 - Open question

3. Beredeneer dat globalisering positieve en negatieve effecten voor een land kan hebben. Gebruik de omschrijving van globalisering

Slide 4 - Open question

4. Noem twee andere machtsbronnen en leg uit hoe deze te herkennen zijn in de bron. Gebruik het kernconcept macht met elementen en ICE

Slide 5 - Open question

5. Leg uit hoe het veiligheidsdilemma te herkennen is in de bron

Slide 6 - Open question

6. Leg uit welke theorie bij wederzijdse afhankelijkheid past en welk begrip hier bij past

Slide 7 - Open question

7. Beredeneer of de laatste zin van de bron aansluit bij het liberalisme

Slide 8 - Open question

8. Welk paradigma past bij de bron. Gebruik een kenmerk van het paradigma en de bron

Slide 9 - Open question

1. leg uit dat het kernconcept conflict de oorzaak is om het dreigingsniveau op niveau 4 te houden. Baseer je op de laatste zin van alinea 1. Is dit conflict manifest of latent

Slide 10 - Open question

2. leg uit dat je kunt beweren dat de overheid in Syrie het geweldsmonopolie niet meer heeft op basis van alinea 2 waarin gesproken wordt over kampen van Syrische koerden (een rebellengroep)

Slide 11 - Open question

3. Verklaar met het begrip falende staat en de omschrijving van het kernconcept globalisering waarom de situatie in Irak en in de kampen van Syrische Koerden kunnen leiden tot een hoog dreigingsniveau (alinea 2)

Slide 12 - Open question

4. Beredeneer met behulp van een paradigma en een passend kernconcept hoe een gepolariseerd debat (alinea 3) een bedreiging kan zijn voor de Nederlandse samenleving.

Slide 13 - Open question