5.3 les 2 Werken met weerstanden parallel

Weerstanden in parallel (blz 232)
De regels voor stroomsterkte, spanning en weerstand kennen bij parallelschakelingen en hiermee rekenen.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Weerstanden in parallel (blz 232)
De regels voor stroomsterkte, spanning en weerstand kennen bij parallelschakelingen en hiermee rekenen.

Slide 1 - Slide

Weerstanden parallel

 
Als je steeds meer weerstanden parallel aansluit, wordt de totale weerstand van de schakeling niet groter zoals bij een serieschakeling, maar juist kleiner. Doordat het aantal vertakkingen toeneemt, kan de stroom gemakkelijker rondlopen. 

Slide 2 - Slide

Meer weerstanden in parallel...
Rtot1=R11+R21+R31+...
Als je meer weerstanden parallel schakelt, wordt de vervangingsweerstand kleiner..

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat is de totale weerstand?
A
3,3
B
5
C
10
D
15

Slide 5 - Quiz

Wat is de totale weerstand?
A
1,2
B
2,4
C
1,4
D
6

Slide 6 - Quiz

Wat is de totale weerstand?
A
1
B
3
C
3,3
D
9

Slide 7 - Quiz

Stroomsterkte in een parallelschakeling 
De stroom verdeelt 
zich over de 
verschillende takken.
Dus


Itot=I1+I2+I3+...

Slide 8 - Slide

Wt is de stroom in I1?
A
1,2
B
1,9
C
5
D
81

Slide 9 - Quiz

Wat is I2?
A
1,7
B
3,3
C
5

Slide 10 - Quiz

De spanning in een parallelschakeling
Over elk onderdeel staat de volledige spanning.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Samenvatting:
  • Weerstanden in parallel 


  • De stroom in een parallelschakeling verdeelt zich over de vertakingen.
  • De spanning in een parallelschakeling is hetzelfde over elke schakelonderdeel.

Rtot1=R11+R21+R31+...

Slide 13 - Slide