3m2-14 april hoeken berekenen

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Teken de symmetrie-assen, geef met symbolen aan welke hoeken gelijk zijn, welke zijden van gelijke lengte zijn en welke zijden evenwijdig lopen, maak een foto en voeg deze toe.

Hoe kun je zien dat de cirkels dezelfde straal hebben?

1. De cirkels lijken even groot
2. De cirkels zijn niet even groot, de rechter cirkel is groter
3. De cirkels gaan door middelpunt P en R, ze hebben dus dezelfde straal
4. De middelpunten P en R liggen precies naast elkaar

Welke bijzondere driehoeken herken je in PRS en in PRQ?

1. Alle zijden zijn even lang, een gelijkzijdige driehoek
2. Hoek E is een rechte hoek, een rechthoekige driehoek
3. PS is even lang als SR, een gelijkbenige driehoek dus
4. PRS en PRQ zijn geen bijzondere driehoek

Maak een schets van de figuur in je schrift en geef aan welke zijden even lang zijn, welke hoeken even groot zijn en welke bijzondere vierhoek je ziet

Je ziet een z-hoek en een f-hoek in de figuur. Wat heb je nodig om een f- of z-hoek te herkennen?

Welke hoeken zijn overstaande hoeken?

1. hoek C5 en hoek C3
2. hoek C1 en hoek C3
3. Hoek C2 en hoek C4
4. geen van allen

Lijn m en lijnstuk AB lopen evenwijdig. Samen met lijnstuk AC herken je een z-figuur. Welke 2 hoeken zijn dus gelijk?

1. hoek C5 en hoek A
2. hoek C1 en hoek B
3. hoek C4 en hoek A
4. hoek C1 en hoek A

Welke uitspraken zijn correct?

1. Hoeken van driehoek zijn samen 180 graden, een rechte hoek is 90 graden
2. Hoeken van een vierhoek zijn samen 360 graden
3. Een overstaande hoek is 180 graden,
4. alle uitspraken zijn correct

Hoeveel graden is hoek G1?

1. 360 - 140 = 220 graden
2. 180 - 140 = 40 graden
3. 140 - 90 = 50 graden

Waarom is er in deze figuur geen Z- of F-hoek te herkennen?

Maak een schets van de figuur en bereken hoek F en hoek H2. Voeg de foto van je schets en berekening toe

Maak een schets van de parallellogram en bereken alle hoeken? Voeg de foto van de schets en berekening toe?

Huiswerk voor dinsdag 19 april

paragraaf 9.4

opgaven 25, 26, 27

Paragraaf 9.5

Opgaven 35, 36, O34 en O36