Beurskrach

1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vandaag. 
- Nakijken huiswerk. 
- Herhalen vorige les. 
- Uitleg. 
- Opdrachten maken. 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen!
- Je kunt uitleggen waardoor de crisis zich verspreidde naar Europa. 
- Je kunt uitleggen wat de Verenigde Staten deden om de crisis te bestrijden. 

Slide 3 - Slide

Huiswerk nakijken. 

- H1§4 opgave 1 t/m 12
- Lees-leerwijzer alle vragen t/m §4.

Klaar?
Bladzijde  20 & 21 lezen. 
Of
Werkboek: H1P6
Opgave 1 t/m 9.  
Lees-leerwijzer alle vragen af + nagekeken!
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Hoe heette Duitsland na de Eerste Wereldoorlog?
A
Duitse Keizerrijk
B
Republiek van Berlijn
C
Republiek van Weimar
D
Koninkrijk Duitsland.

Slide 5 - Quiz

Sommige Duitsers dachten dat de regering in 1918 verraad pleegde door de Duitse legerleiding op te dragen om zich over te geven.
hoe heet deze gedachte?
A
verraad van Versailles
B
Dolkstootlegende
C
Weimarlegende
D
Daweslegende

Slide 6 - Quiz

Waardoor ontstond de hyperinflatie in Duitsland?
A
Door de beurskrach in Amerika
B
De mensen brengen geen geld naar de bank
C
De mensen betalen geen belasting meer
D
De baken drukken heel veel geld bij om lonen van de stakers te betalen

Slide 7 - Quiz

Wanneer was de Beurskrach
A
1929
B
1925
C
2008
D
1933

Slide 8 - Quiz

Na de Eerste Wereldoorlog verloren veel Duitse burgers het vertrouwen in hun regering. Kies het antwoord dat uitlegt hoe dat komt.
A
De regering had het voor Duitsland vernederende Verdrag van Versailles getekend. Veel Duitse burgers waren daar kwaad om.
B
De regering legde de bevolking erg strenge wetten op. Toen Duitsland nog een keizer had, had de bevolking veel meer vrijheid.
C
De regering verbood al het gebruik van alcoholische dranken.
D
De regering nam weinig effectieve maatregelen tegen de economische crisis.

Slide 9 - Quiz

Wat betekent kapitalisme?
A
Economisch systeem waarbij alles draait om winst maken
B
Economisch systeem waarbij alles draait om gelijke verdeling
C
Een oorlog waarbij je op twee plekken tegelijk moet vechten
D
Grote liefde voor je land, cultuur en volk

Slide 10 - Quiz

Wat is een kenmerk van een vrijemarkteconomie?
A
Vraag en aanbod bepalen de markt
B
De overheid houdt de markt nauw in de gaten
C
De overheid bepaalt wat de arbeiders verdienen
D
De overheid doet zo weinig mogelijk aan de economie

Slide 11 - Quiz

Wat waren de belangrijkste oorzaken van de crisis?
A
extreem alcoholgebruik
B
teveel vrije tijd
C
mensen konden onbeperkt lenen
D
aandelenkoersen teveel gestegen

Slide 12 - Quiz

Van Gouden tijd naar 
Grote Depressie.

Slide 13 - Slide

Economische crisis.

Slide 14 - Slide

Economische crisis. 

Slide 15 - Slide

De oplossing?
                                                                                        Herbert Hoover.      
- Zo weinig mogelijk ingrijpen (liberaal).
- Geen uitkeringen.
- Dawesplan stopzetten.

Slide 16 - Slide

De oplossing?
Wel ingrijpen.
- New Deal.
- Landbouwproductie werd verminderd.
- Instellen van het minimumloon.
- Afspraken over het werkuren per week. 
- Grote overheidsprojecten.
Franklin Delano Roosevelt.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Geen oplossing?
De New Deal werkte matig. 
Het kostte veel moeite om de economie er weer bovenop te helpen.
De Tweede Wereldoorlog was eigenlijk de oplossing. 

Hebben wij geleerd van onze geschiedenis?

Slide 19 - Slide

Begrippen.
Beurskrach & New Deal.

Slide 20 - Slide

Huiswerk maken.

Werkboek: opgave 1 t/m 9. 

Lees-leerwijzer alle vragen af + nagekeken!

Klaar?

Samenvatting maken.
Begrippen leren/flashcards maken.

Slide 21 - Slide

Leerdoelen.
Kun je nu uitleggen waardoor de economische crisis zich verspreidde naar Europa?

Kun je nu uitleggen wat de Regering van de Verenigde Staten aan de crisis deden?

Slide 22 - Slide