23/24 week 2 - les 2

  • Lire
  • parler
Le but: à la fin de ce cours:
  • ik begrijp een korte tekst waarin kinderen zichzelf voorstellen.
  • ik kan vragen over de tekst in het Frans begrijpen en beantwoorden.

1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

  • Lire
  • parler
Le but: à la fin de ce cours:
  • ik begrijp een korte tekst waarin kinderen zichzelf voorstellen.
  • ik kan vragen over de tekst in het Frans begrijpen en beantwoorden.

Slide 1 - Slide

Lire blz 16
Kijk naar de afbeeldingen, wat zie je? Waar denk je dat de tekst over gaat?

Slide 2 - Slide

Stappen
1. De docent leest tekstje 1 langzaam voor
2. Ik lees mee terwijl de docent voorleest
3. Ik probeer de tekst te begrijpen.
4. Daarna gaan we een aantal vragen samen beantwoorden.

Slide 3 - Slide

Vragen tekstje 1 
1. Il s'appelle comment?
2. Il habite où? 
3. Comment s'appelle le collège?
4. Il est en quelle classe?
5. Il aime (houden van) le quartier?

- Markeer het antwoord in je boek
- Schrijf het antwoord in het Frans op in je schrift

Slide 4 - Slide

Lees zelf tekstjes 2, 3 en 4
- lees daarna de vragen
- onderstreep/markeer het antwoord in de tekst
- schrijf de juiste antwoorden op in je schrift

Slide 5 - Slide

 Vragen tekstjes 2, 3 en 4
1. Clémence, elle est en quelle classe?
2. Qui (wie) est un ami de Romain?
3. Où est le quartier 'Amérique'?
4. Qui (wie) habite dans un autre (andere) quartier?
5. Qui (wie) va à l'école en métro?


Slide 6 - Slide

Klaar?
Maak exercice 7 op blz 18
Pak je chromebook
Maak een poster zoals in de opdracht staat uitgelegd.

Slide 7 - Slide

 Vragen tekstjes 2, 3 en 4
1. Clémence, elle est en quelle classe?
Elle est en cinquième A

2. Qui (wie) est un ami de Romain? 
Ousmane est un ami de Romain

3. Où est le quartier 'Amérique'?
Le quartier 'Amérique est à Paris







Slide 8 - Slide


4. Qui (wie) habite dans un autre (andere) quartier?
Aurélie habite dans un autre quartier
 
5. Qui (wie) va à l'école en métro?
Aurélie va à l'école en métro

Slide 9 - Slide

Begrijp je de tekst?


Je m'appelle Sophie. J'habite à Bruxelles. Bruxelles est la capitale de la Belgique. Je suis Belge.



1. Comment elle s'appelle?
2. Elle habite où?
3. Elle est française?

Slide 10 - Slide

Begrijp je de tekst?


Je m'appelle Sophie. J'habite à Bruxelles. Bruxelles est la capitale de la Belgique. Je suis Belge.


1. Comment elle s'appelle?
Elle s'appelle Sophie
2. Elle habite où?
Elle habite à Bruxelles
3. Elle est française?
Non, elle est Belge.

Slide 11 - Slide

Klassencode LessonUp
V1B - pqoed

Slide 12 - Slide

Ik begreep de inhoud van de Franse tekst die ik heb gelezen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Ik begreep de vragen in het Frans die we moesten beantwoorden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Ik heb de antwoorden goed gemarkeerd in de tekst.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Het markeren van de antwoorden helpt me bij het begrijpen van de tekst.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Parler 

Comment ça va?

Comment tu t'appeles?

Tu es en quelle classe?


Tu habites où?

Tu es français?

Tu es néerlandais?  
Ça va bien
Je m'appelle .....
Je suis en cinquième
J'habite à .....
Non, je suis ....
Oui, je suis...
Non, je suis ___

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Les devoirs
B1F - Leren apprendre 1, 2, 3

V1B - leren apprendre 3 en 4

Slide 19 - Slide