Lezen onbekende woorden

Onbekende woorden

Onbekende woorden leer je door woordstrategieën te gebruiken
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Onbekende woorden

Onbekende woorden leer je door woordstrategieën te gebruiken

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
We gaan leren hoe je de betekenis van onbekende woorden kunt ontdekken.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Aan het einde van deze les:
  • Weet je welke woordraadstrategieën je kunt gebruiken om de betekenis van onbekende woorden te ontdekken.
  • Kun je woordraadstrategieën toepassen.

Slide 4 - Slide

Theorie 
Als je de betekenis van een onbekend woord wilt ontdekken kun je het volgende doen:

3 woordraadstrategieën
  •  synoniem zoeken
  • omschrijving zoeken
  • voorbeeld zoeken

Slide 5 - Slide

Synoniem zoeken
Woorden die hetzelfde betekenen noem je synoniemen.
Denk bijvoorbeeld aan:
  • smerig en vies
  • huis en woning

Slide 6 - Slide

Omschrijving zoeken
Omschrijvingen staan vaak tussen haakjes of tussen komma's in dezelfde zin of ervoor of erna.

Een omschrijving is een uitleg van een onbekend woord

Haar opa is haar idool, iemand voor wie ze bewondering heeft.

Slide 7 - Slide

Voorbeeld zoeken
Vaak na woorden als: zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van..

Van de docent moesten we een voorbeeld van muziek geven, bijvoorbeeld rap, K-pop of musical.

Slide 8 - Slide

Strategie 
Ken je een woord niet? Zoek naar een synoniem in een tekst.
Bijvoorbeeld: exact = precies
Hoe vind je een synoniem?
- lees in dezelfde zin, lees de zin ervoor, lees de zin erna
- lees in de andere (volgende) alinea

Ken of herken vaststaande uitdrukkingen!

Slide 9 - Slide

De context gebruiken
  • De 'context' zijn de woorden of zinnen rondom het nieuwe
    woord.


  • De context helpt je te raden wat het woord betekent.



Slide 10 - Slide

Uitleg voorbeeld
'We gingen naar de opticien om een nieuwe bril uit
te zoeken. In de brillenwinkel was er veel keuze.'

Door de rest van de eerste zin begrijp je dat je
bij een opticien brillen kunt kopen. 

In de tweede zin staat een synoniem
voor opticien: brillenwinkel

Slide 11 - Slide

weerzin

relatie
verdediging
genegenheid
observeren
waarnemen
afkeer

defensie
sympathie
band

Slide 12 - Drag question

Wat is een synoniem
A
een woord dat er hetzelfde uitziet
B
een woord dat hetzelfde klinkt
C
een woord dat het zelfde betekent
D
een woord dat eindigt op -iem

Slide 13 - Quiz

Wat betekent omschrijving
A
geschreven tekst
B
ergens naartoe gaan
C
rond geschreven
D
uitleg van een onbekend woord

Slide 14 - Quiz

Welk synoniem of welke betekenis hoort bij:
dringend
A
absent
B
snel
C
versnellen
D
zorgen dat het er komt

Slide 15 - Quiz

Welk synoniem of welke betekenis hoort bij:
prestatie
A
nadoen
B
precies
C
gemakkelijk te beïnvloeden
D
iets wat je goed doet

Slide 16 - Quiz

Welk synoniem of welke betekenis hoort bij:
toenemen
A
versnellen
B
ontstaan
C
afwezig
D
verband

Slide 17 - Quiz

Welk synoniem of welke betekenis hoort bij:
ongetwijfeld
A
gebrek
B
zeker
C
precies
D
nadoen

Slide 18 - Quiz

Welk synoniem of welke betekenis hoort bij:
leveren
A
versnellen
B
een gebeurtenis die je kunt zien of ervaren
C
zorgen dat het er komt
D
gevoelens

Slide 19 - Quiz

Welk synoniem of welke betekenis hoort bij:
exact
A
zeker
B
nadoen
C
verband
D
precies

Slide 20 - Quiz

Welk synoniem of welke betekenis hoort bij:
vorming
A
slim
B
ontstaan
C
gebrek
D
een gebeurtenis die je kunt zien of ervaren

Slide 21 - Quiz

Welk synoniem of welke betekenis hoort bij:
absent

Slide 22 - Open question

Welk synoniem of welke betekenis hoort bij:
oorzaak

Slide 23 - Open question

Welk synoniem of welke betekenis hoort bij:
tekort

Slide 24 - Open question

Welk synoniem of welke betekenis hoort bij:
relatie

Slide 25 - Open question

Emoties
Imiteren
Intelligent
Vatbaar
Verschijnsel
Gevoelens
Nadoen
Slim
gemakkelijk te beïnvloeden
Een gebeurtenis die je kunt zien of ervaren

Slide 26 - Drag question

Wat is een synoniem voor afkijken?
A
spieken
B
overschrijven
C
nakijken
D
afpakken

Slide 27 - Quiz

Als je naar een fragment uit een
tv-programma kijkt, wat zie je dan?
A
een stukje van het tv-programma
B
het begin van het tv-programma
C
het einde van het tv-programma
D
het hele tv-programma

Slide 28 - Quiz

Wat is een amusementsprogramma voor een soort programma?
A
Een tv-programma dat jou iets wil leren.
B
Een tv-programma dat jou wil informeren.
C
Een tv-programma dat jou wil vertellen over het nieuws.
D
Een tv-programma dat jou wil vermaken.

Slide 29 - Quiz

Op school mengen we jongens en meisjes door elkaar.
Synoniem voor mengen is
A
weggooien
B
knoeien
C
mixen
D
regelen

Slide 30 - Quiz

De leerling is vaak absent.
Synoniem voor absent is
A
absent
B
afwezig
C
aanwezig
D
bijzonder

Slide 31 - Quiz

In de fabriek worden veel schoenen geproduceerd.
Synoniem voor produceren is
A
verhuizen
B
maken
C
product
D
leren

Slide 32 - Quiz

Synoniem voor gevaar
A
risico
B
ongeluk
C
uitglijden
D
ongevaarlijk

Slide 33 - Quiz

Synoniem voor:
misdadige
A
gevaarlijke
B
vaak
C
eerlijke
D
criminele

Slide 34 - Quiz

Synoniem voor eerlijk
A
betrouwbaar
B
gezellig
C
lief
D
onaardig

Slide 35 - Quiz

Synoniem voor vaak
A
nooit
B
af en toe
C
soms
D
regelmatig

Slide 36 - Quiz

De mensen zijn zeer sympathiek.
Synoniem voor sympathiek
A
onvriendelijk
B
vriendelijk
C
onbelangrijk
D
belangrijk

Slide 37 - Quiz

Dus: wat is een synoniem?
A
Een ander woord met een andere betekenis
B
Een ander woord met dezelfde betekenis
C
Hetzelfde woord met een andere betekenis
D
Hetzelfde woord in een andere taal

Slide 38 - Quiz