Les 8 Spelling - klankvast/klankveranderende werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Wat was de stam van een werkwoord ook alweer?

Schrijf de stam op:
spelen

Schrijf de stam op:
vergaderen

Schrijf nu de ik-vorm op van 'spelen'

Schrijf nu de ik-vorm op van 'vergaderen'

Om de ik-vorm te krijgen moet je soms de schrijfwijze van de stam aanpassen

1. waar
2. niet waar

Kan je een voorbeeld noemen van zo'n aangepaste stam?

Wat schrijf je bij jij, u, hij, zij en het?

1. ik-vorm
2. ik-vorm + t

Wat schrijf je bij wij, jullie en zij (meervoud)?

1. het hele werkwoord
2. de ik-vorm

Klankveranderende werkwoorden

Klankvaste werkwoorden 

Sommige werkwoorden hebben in de tegenwoordige tijd en in de verleden tijd dezelfde klank. 

Dit noem je klankvaste werkwoorden. 

werk-werkte

fiets-fietste

brand-brandde

Klankveranderende werkwoorden

Klankveranderende werkwoorden

Sommige werkwoorden hebben in de verleden tijd een andere klank dan in de tegenwoordige tijd. 

Dit noem je klankveranderende werkwoorden

eet-at

breng-bracht

koop-kocht

slaap

1. klankvast
2. klankverandering

speel

1. klankvast
2. klankverandering

snoep

1. klankvast
2. klankverandering

koop

1. klankvast
2. klankverandering

Aan de slag!

Wat: Lees de theorie (het gele blokje) op blz. 24 nog eens door en maak daarna opdracht 1 en 2 van paragraaf 1.6  (blz. 24 & 25) = huiswerk voor morgen

Hoe: zelfstandig en in stilte

Klaar?: doe iets voor jezelf

Voltooid deelwoord

Bij klankveranderende werkwoorden kan je meestal horen hoe het voltooid deelwoord geschreven moet worden.

eten-gegeten

brengen-gebracht

kopen-gekocht