M10 rekentaal & metriek

• Rekenen
• ISK

rekenen

Wat gaan we doen?

1. rekentaal
2. herhaling metriek stelsel
3. zelfstandig werken 

Rekentaal

Vul de woorden in op het blad. De volgende les krijg je een nieuw blad. Je krijgt later nog een toets!

• Plus

-

• min 

Andere woorden voor plus

• erbij 
• samen
• en
• dubbel
• meer
• opgeteld
• bij elkaar 
• in totaal

Andere woorden voor min

• eraf
• minder
• verschil
• weg
• van elkaar af

X

• keer 
• vermenigvuldigen
• keersom
• maal

:

• delen
• gedeeld door
• delen door
• deelsom 

Klaar met rekentaal!

• Log in op LessonUp voor het metriek stelsel. 

een hulp om te weten of je er een 0 bij moet doen of eraf moet halen.

Als je de trap oploopt kost dat energie en val je af. De nullen vallen er ook af .

Als je de trap afloopt kost dat weinig energie en komen er nullen bij.

Zet de eenheden uit het metriek stelsel op volgorde van groot naar klein

km

dam

cm

mm

m

hm

dm

Zet de eenheden uit het metriek stelsel op volgorde van groot naar klein

L

cl

ml

dl

Metriek stelsel
1500 m = ... hm

1. 150
2. 15
3. 1,5
4. 0,15

Metriek stelsel
15 cm = ... mm

1. 150
2. 1500
3. 1,5
4. 0,15

Metriek stelsel
15 cl = ... l

1. 150
2. 1500
3. 1,5
4. 0,15

Metriek stelsel
1,5 km = ... dam

1. 150
2. 1500
3. 1,5
4. 0,15

5 km = ..........m

1. 0,005 m
2. 500 m
3. 5.000 m
4. 0,05 m

3000 cg = ........ gram

1. 30
2. 300
3. 3
4. 0,3

2,5 dm = .... cm

1. 25
2. 0,25
3. 0,025
4. 2,5

0,5 l = .... cl

1. 5
2. 0,05
3. 0,5
4. 50

Een man is 2.20 m,
hoeveel cm lang is hij?

1. 22 cm
2. 2.200 cm
3. 22.000 cm
4. 220 cm

Klaar met LessonUp!

Zelfstandig werken

• Ga verder met het boek van H13.
• Je mag samenwerken.
• Je mag mevrouw vragen.
• Je mag muziek luisteren. Draai je laptop om.