2KGT TH3 Par3 Het hart - les

2KGT Thema 3 
 paragraaf 3: Het hart
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2KGT Thema 3 
 paragraaf 3: Het hart
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Slide

holle ader
1
rechter boezem
2
rechter kamer
3
longslagader
3
longader
4
linkerboezem
5
linkerkamer
6
aorta
7
dikkere spierwand (links)
8
Leren
en 
snappen
9
Tussenschot (Tussen de linker- en de rechterkant van het hart)
9

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Leerdoel

1. Je leert wat de functie van de grote bloedsomloop is
2. Je leert de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten benoemen.
3. Je leert de functies en de kenmerken van de delen van het hart



Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Buitenkant van het hart
Het hart is een spier die kan samentrekken. De kransslagaders voorzien het hart van zuurstof en voedingsstoffen. Het zijn aftakkingen van de aorta. Doordat de cellen van het hart in actie zijn, komen er koolstofdioxide en afvalstoffen vrij. Die afvalstoffen worden door de kransaders afgevoerd. Het hart is een holle spier. Er stroomt bloed door het hart heen.



Slide 7 - Slide

Binnenkant van het hart
Door de onderste- en bovenste holle ader komt zuurstofarm bloed van de organen naar het hart. Dat bloed komt aan in de rechterboezem. Vanaf de rechterboezem gaat het bloed naar de rechterkamer. Het zuurstofarme bloed wordt door de longslagaders naar de longen gepompt. Daar wordt zuurstof opgenomen. Het zuurstofrijke bloed gaat door de longaders terug naar het hart. Het komt aan in de linkerboezem. Vanaf de linkerboezem gaat het bloed naar de linkerkamer. De linkerkamer pompt het bloed in de aorta. 

Slide 8 - Slide

Binnenkant van het hart
Het bloed verspreid zich door vele bloedvaten naar alle organen, naar alle cellen.
In de cellen vindt verbranding plaats. Het zuurstof en de voedingsstoffen worden verbruikt.
Er ontstaan koolstofdioxide en afvalstoffen.
Deze stromen weer terug naar het hart door de holle aders.
 

Slide 9 - Slide

Hartklep open

Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.

Open: 
Er stroomt bloed vanuit de boezems in de kamers.
open
open

Slide 10 - Slide

Hartklep dicht
Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.

Dicht: 
Er stroomt bloed vanuit de kamers.
Er kan geen bloed terugstromen naar de boezems.
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
dicht
dicht

Slide 11 - Slide

Halvemaanvormige kleppen open
Aan het begin van de longslagader en de aorta zitten halvemaanvormige kleppen.

Open
Er stroomt bloed vanuit de kamers in de slagaders:

- de longslagader
- de aorta
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
beide open

Slide 12 - Slide

Halvemaanvormige kleppen: dicht
Aan het begin van de longslagader en de aorta zitten halvemaanvormige kleppen.

Dicht: Het bloed kan niet terugstromen naar de kamers
beide dicht

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video


Wat is de naam van bloedvat 1 en 2?

A
1: Aorta 2: longslagader
B
1: Aorta 2: longader
C
1: Ader 2: longslagader
D
1: Slagader 2: longader

Slide 15 - Quiz


Voorkomen de kleppen (nr 8) dat er bloed terug stroomt naar de boezems als ze gesloten zijn?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz


Welke uitspraak is waar?
A
De wanden van het hart zijn overal even dik.
B
De wanden van het hart zijn bij de linkerkamer dikker dan de rechterkamer.
C
De wanden van het hart zijn bij de rechterkamer dikker dan bij de linkerkamer.
D
De wanden van het hart zijn bij de boezems dikker dan bij de kamers.

Slide 17 - Quiz

Wat is de functie van het hart?
A
Alle organen voorzien van zuurstof
B
Alle organen voorzien van zuurstof en voedingsstoffen
C
Alle organen voorzien van voedingsstoffen
D
liefde

Slide 18 - Quiz


Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader

Slide 19 - Quiz

Hartkleppen

Slide 20 - Open question

Opdrachten (huiswerk)
Leerwerkboek:    - leren blz. 158 t/m 178
                                   - lezen blz. 176 t/m 178
                                   - maken opdracht 1 t/m 9, blz. 178 t/m 182
                                   - oefen met LessonUP de oefenvragen (2KGT                                         TH3 Par3 Het hart - oefenen) aanmelden bij
                                    LessonUP

Slide 21 - Slide

Leerdoelen


1. Je kunt vertellen wat de functie van de grote bloedsomloop is.
2. Je benoemt alle de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten.
3. Je kunt de functies en de kenmerken van de delen van het hart benoemen.



Slide 22 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 23 - Mind map

Wat vind je nog lastig?
Hoe ga je dat aanpakken?

Slide 24 - Mind map