Les 1 Zorgvragers met aandoeningen aan het hart T8H27 deel 1

1 / 46
next
Slide 1: Slide
VerpleegkundeBeroepsopleiding

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Tekenopdracht
Teken een hart.
Zet daarin de atria/atriums, de ventrikels, de uitgaande en in komende arterien en venen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Het hart 
Het hart is opgebouwd uit vier lagen, van binnen naar buiten: 
  • Endocard
  • Myocard (spierweefsel) 
  • Epicard
  • Pericard (hartzakje) 

En het bestaat uit 4 holle ruimtes.... 


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Linker kant van het hart
Rechter kant van het hart
Boezem
Wat hoort bij het ventrikel?
Kamer
Wat hoort bij het aterium?

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Functie hart
  • Rechter atrium:
    Zuigt het zuurstofarme bloed het hart in.
    Eindpunt grote circulatie.
  • Rechter ventrikel:
    Pompt het zuurstofarme bloed de longen in.
    Begin kleine circulatie.
  • Linker atrium:
    Zuigt het zuurstofrijke bloed uit de longen weer het hart in.
    Eindpunt kleine circulatie.
  • Linkerkamer
    Pompt het zuurstofrijke bloed via de aorta naar de weefsels. Begin grote circulatie.  

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Zuurstofrijk
Zuurstofarm
Venen
Arteriën
Longslagader
Longader
Naar de nieren
Naar de longen

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Wat gebeurt er tijdens de hartslag in 3 fases? Sleep de juiste omschrijving naar de juiste hartfase.
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Boezems trekken samen
Hartpauze
Kamers trekken samen

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Tijdens welke fase pompt het hart bloed in de arteriën?

A
Tijdens de systole
B
Tijdens de diastole
C
Zowel tijdens de systole als diastole
D
Dat is verschillend per harthelft

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Hartkleppen
Er zijn in totaal 4 kleppen, onderverdeeld in 2 soorten:
De atrioventriculaire klep:
  • Mitralisklep
  • Tricuspidalisklep
De arteriele klep:
  • Aortaklep
  • Pulmonaalklep 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hartkleppen
Op een echo wordt de aortaklep ook weleens gezien als het Mercedes logo 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Hartkleppen
De atrioventriculaire kleppen  hebben een vorm die enigszins doet denken aan een parachute

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Mitralisklep
Tricuspidalisklep
halvemaanvormige kleppen
naar longslagader
halvemaanvormigekleppen
naar de aorta

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions


Waarom wordt de bloedsomloop van de mens een dubbele bloedsomloop genoemd?
A
Omdat alle rode bloedcellen per omloop twee keer door het hart gaan
B
Omdat de bloedsomloop bestaat uit aders en slagaders
C
Omdat het bloed per omloop twee keer door het hart stroomt
D
Omdat het hart zuurstofarm en zuurstofrijk bloed vervoert

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Welke prikkelgeleidingsystemen van het hart ken je en hoe werken ze?

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Prikkelgeleiding in het hart
  • Het prikkelgeleidingssysteem bestaat uit cellen in de hartspier die het vermogen hebben een elektrische prikkel snel te geleiden.
  • Deze cellen - in de volgende tekening groen gekleurd - vormen een netwerkje.
  • Weliswaar kan ook het omringende (vleeskleurige) spierweefsel een elektrische prikkel doorgeven, maar dat gaat minder snel.
  • Daardoor wordt de prikkel in de meeste gevallen via de groene banen geleid.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions


A. Sinusknoop (bliksemflitsje)
B. AV-knoop
C. Bundel van His
D. Bundeltakken
E. Purkinje-vezels

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Prikkelgeleiding in het hart
  • In hart enkele plaatsen met veel zenuwweefsel --> zorgen voor hartactie. 
  • Belangrijkste: AV-knoop en sinusknoop. 
  • Sinusknoop levert impuls voor actie, bij gestoorde functie kan AV-knoop dit overnemen. 
  • Niet de natuurlijke weg --> veel kansen op ritme stoornissen 
  • Behandeling: pacemaker (regelt kunstmatige impuls) 
  • Bundel van His: natuurlijke elektrische verbinding tussen de boezems en de kamers 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

In welke ruimte ligt de sinusknoop?
A
In het linker atrium
B
In de linker ventrikel
C
In het rechter atrium
D
In de rechter ventrikel

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

De snelheid waarmee de sinusknoop impulsen afgeeft hangt samen met de lichaamsactiviteit
A
Goed
B
Fout

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

De juiste volgorde van impulsgeleiding in het hart is...
A
Sinusknoop--> bundel van His --> AV-knoop
B
Bundel van His --> Sinusknoop --> AV-knoop
C
AV-knoop--> Sinusknoop--> bundel van His
D
Sinusknoop--> AV-knoop --> bundel van His

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

In welk gedeelte van het hart is de wand het dikst?
A
Linker aterium
B
Linker ventrikel
C
Rechter aterium
D
Rechter ventrikel

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat is hypertrofie van het hart?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Neonatale bloedsomloop

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

6

Slide 34 - Video

This item has no instructions

01:10
Waarom rekenen we bij de navelstreng hart van het kind ipv de moeder? Waarom is het belangrijk je dit te beseffen?

Slide 35 - Open question

Omdat de navelstreng en de placenta bij het kind horen.
Hierdoor moet je bij de navelstrengslagader ook vanaf de baby rekenen. Het bloed gaat vanaf de baby zuurstof arm terug naar de moeder (daardoor bijzonder omdat slagaders meestal zuurstofrijk zijn)
01:53
Hoeveel navelstrengslagaders heeft een navelstreng
A
geen
B
2
C
1
D
3

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

02:48
Waarom zijn er aanpassingen nodig in de foetale bloedsomloop
A
Het hart is nog niet sterk genoeg en niet volgroeit
B
Omdat de placenta dit regelt
C
Omdat de longen nog niet zijn ontplooit (verhoogde longweerstand) en nog niet functioneren

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

03:28
Arteriën (slagaders) vervoeren normaal gesproken zuurstofrijk bloed. Welke arteriën ken je die dat niet doen?

Slide 38 - Mind map

This item has no instructions

04:09
Hoe komt het dat bij de foetus juist de rechter kant zuurstofrijkbloed heeft?

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

05:43
Welke twee aanpassingen kent de foetus om de bloedsomloop naar de longen te omzeilen?
A
Ventrikel septumdefect en ductus Botali
B
Foramen ovale en Coarctatio aortae
C
Ventrikel septumdefect en Coarctatio aortae
D
Foramen ovale en ductus Botali

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

NB Ductus arteriosus wordt ook wel ductus Botali genoemd

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Welke vier verschillen zijn er tussen de neonatale bloedsomloop en die van een volwassene?

Slide 42 - Open question

Sluiten Foramen ovale
Sluiten Ductus arteriosus (of Botali)
Sluiten Ductus venosus 
Daling longweerstand

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Ernstige beperking in activiteit door symptomen die al in rust ontstaan. Bij zeer geringe inspanning nemen de klachten in ernst toe
 Belangrijke beperking in de dagelijkse activiteit door symptomen die zich al voordoen bij beperkte inspanning, zoals vermoeidheid en kortademigheid bij lopen van 20-100 meter. Alleen rust geeft comfort en in rust geen klachten.
Milde symptomen en enige beperking bij normale lichamelijke inspanning. Geringe kortademigheid, vermoeidheid of pijn op de borst bij inspanning.​
Klasse I
Klasse II
Klasse III
Klasse IV
Geen symptomen of beperking bij normale lichamelijke inspanning. Dus geen vermoeidheid, kortademigheid of pijn op de borst bij inspanning.​

Slide 45 - Drag question

This item has no instructions

Huiswerk
- Tijdens de komende  drie weken maak je thuis de opdracht hartaandoeningen. De opdracht zet ik in Teams en lever je daar ook in. ​
- Maak voor jezelf de Editionopodrachten die horen bij Thema 8, deel 1
- Bestudeer en maak de Editionopdrachten van Ziekenhuiszorg deel 2 ​Thema 4 ​
H8 Zorgvragers met aandoeningen aan de slagaders en aders;​
H9 Zorgvragers die een vaatoperatie ondergaan.


Slide 46 - Slide

This item has no instructions