Familie - persoonlijke kenmerken

• NT /alfa
• Hoger onderwijs

Wie ben jij?

1. Families en televisie

*we spreken over BEKENDE families

*we kijken naar een video over families

*we spreken over het UITERLIJK en het INNERLIJK

*we schrijven over jou en jouw familie

*we lezen over andere bekende mensen in de wereld

*we spreken en lezen over televisie

In de klas

 

* we spreken over families

* we kijken naar een video

* we spreken over het uiterlijk en het innerlijk

*we spreken over televisie

Thuis

* jullie maken
oefeningen over de familie

* jullie schrijven
over je eigen familie

* jullie maken een video
over de familie

* jullie kijken minimum 1 keer naar een Nederlands programma: familie of thuis

Ken je deze families?

De koning heeft 5 kinderen.

1. juist
2. fout

Elizabeth heeft 2 zussen.

1. juist
2. fout

Hoeveel kleinkinderen heeft Louis Petit?

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

Louis en Irma hebben twee dochters.

1. juist
2. fout

Wouter heeft een neef en een nicht.

1. juist
2. fout

Ken je deze families ?

Kim Kardashin is alleenstaand.

1. juist
2. fout

Homer Simpson heeft 2 schoonzussen.

1. juist
2. fout

Bart Simpson heeft 1 nonkel.

1. juist
2. fout

Ken je deze families van televisie?

https:

lijken op

Ik lijk op ...

Jij lijkt op ...

Hij / Zij lijkt op ...

 = dezelfde neus, dezelfde ogen, dezelfde haren, dezelfde mond, ...

Spreken over uiterlijk

Spreken over uiterlijk

Spreken over innerlijk

Hij kijkt heel de dag tv. Hij eet, drinkt, slaapt.

1. hij is actief
2. hij is lui
3. hij is sociaal
4. hij is blij

Zij is lief voor iedereen. Zij helpt iedereen.

1. Zij is flexibel.
2. Zij is lui.
3. Zij is hulpvaardig.
4. Zij is niet lief.

Hij is altijd stil.
Hij spreekt niet in groep. Hij bloost.

1. Hij is sociaal.
2. Hij is verlegen.
3. Hij is boos.
4. Hij is luidruchtig.

Hij zegt foute dingen. Hij liegt.

1. Hij is eerlijk.
2. Hij is braaf.
3. Hij is een leugenaar.
4. Hij is oud.

Hij is sterk. Hij heeft veel energie.

1. Hij is lui.
2. Hij is een harde werker.
3. Hij is zwak.
4. Hij is dik.

Wie ben jij? Ben jij lui? Ben jij een harde werker? Ben jij flexibel? Ben jij eerlijk? Ben je hulpvaardig?

Oefening magazine

Kies een persoon uit een magazine.

Spreek of schrijf over de persoon.

Fantaseer.