5.3 Warmtetransport

5.3 Warmtetransport
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5.3 Warmtetransport

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je...
  • drie soorten warmtetransport noemen;
  • herkennen wanneer er sprake is van geleiding, straling en stroming.

Slide 2 - Slide

warmte

Slide 3 - Mind map

Warmte en temperatuur
Warmte
Warmte is energie waarmee je de temperatuur kan veranderen.
Temperatuur
Temperatuur is een maat voor hoe warm of koud iets is.

Slide 4 - Slide

Warm
Koud
Warmte verplaats zich alleen als er sprake is van een temperatuurverschil

Warmte stroomt  
van hoge naar lage
 temperaturen

Slide 5 - Slide

Warmtetransport

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Stroming
  • Warmte verplaatst zich door de beweging van een gas of vloeistof.

  • Een warme vloeistof of gas is lichter waardoor het opstijgt.             
  • Er is een tussenstof nodig.
Het water zorgt ervoor dat elk deel van het eten in contact komt met de warmte, terwijl het tegelijkertijd voorkomt dat het eten te heet wordt op 1 plek en daardoor zal verbranden.

Slide 8 - Slide

Geleiding
  • Warmte wordt van de ene plaats in een vaste stof doorgegeven naar een andere plaats.                         
  • Er is een tussenstof nodig.

Slide 9 - Slide

Straling
  • Warmte verplaatsing door straling.
    Als deze straling door een voorwerp wordt geabsorbeerd wordt dit voorwerp warm.

  • Er is geen tussenstof nodig.

  • Het kampvuur zendt zichtbare warmtestraling (licht) en onzichtbare warmtestaling (infraroodstraling) uit. 

Slide 10 - Slide

Straling
Het zilverfolie weerkaatst de
straling waardoor de warmte bij
de kampeerder blijft.

Slide 11 - Slide

Straling
Elk voorwerp zendt straling uit.
Des te hoger de temperatuur van
het voorwerp des te hoger de stralingsenergie van de
uitgezonden straling. 


Slide 12 - Slide

De tegels van de badkamer voelen koud aan als je er met je blote voeten op gaat staan.
A
stroming
B
straling
C
geleiding

Slide 13 - Quiz

Je zit naast een kampvuur en voelt de warmte op je gezicht.
A
stroming
B
straling
C
geleiding

Slide 14 - Quiz

Via de golfstroom komt veel warm zeewater van de evenaar naar de Noordzee.
A
stroming
B
straling
C
geleiding

Slide 15 - Quiz

De vloeistof in een thermometer wordt warm als je deze in een pan heet water zet.
A
Stroming
B
straling
C
geleiding

Slide 16 - Quiz

Het lepeltje dat al een tijdje in de hete thee staat voelt warm aan de bovenkant
A
stroming
B
straling
C
geleiding

Slide 17 - Quiz

Aan de slag
Maak de opdrachten van paragraaf 5.3

Slide 18 - Slide

Verder kijken?
Warmtetransport

Slide 19 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je...
  • drie soorten warmtetransport noemen;
  • herkennen wanneer er sprake is van geleiding, straling en stroming.

Slide 20 - Slide