sterke werkwoorden

sterke werkwoorden

VERBIEDEN	VERBOOD/VERBODEN	VERBODEN
VERGETEN	VERGAT/VERGATEN	VERGETEN
VERZINNEN	VERZON/VERZONNEN	VERZONNEN
VINDEN	VOND/VONDEN	GEVONDEN
VRAGEN	VROEG/VROEGEN	GEVRAAGD
VRIEZEN	VROOR/VROREN	GEVROREN
ZIEN	ZAG/ZAGEN	GEZIEN

ZIJN	WAS/WAREN	GEWEEST
ZINGEN	ZONG/ZONGEN	GEZONGEN
ZOEKEN	ZOCHT/ZOCHTEN	GEZOCHT
ZWEMMEN	ZWOM/ZWOMMEN	GEZWOMMEN

Ik heb gisteren in de zee ........(zwemmen)

Vorige week ........(zien) ik een mooie auto.

Het heeft de hele week .................(vriezen)

Ik ............... (vergeten) dat ik les had.

Maandag hebben wij een verhaal ............. (verzinnen)

Hij ........................ (verbieden) mij om er iets over te zeggen.

Wij hebben naar een oplossing ...............(zoeken)

Wij ................. (zingen) een mooi lied.

Wat is het hele werkwoord?
Wij vroegen haar de weg.

1. vroeg
2. vraag
3. vroegen
4. vragen

Wat is het hele werkwoord?
Telefoons werden vorige week in de les verboden.

1. verbood
2. verbied
3. verbieden
4. verboden

Wat is het voltooid deelwoord van:
zwemmen

Wat is het voltooid deelwoord van:
vragen

Wat is het voltooid deelwoord van:
zoeken

Wat is de verleden tijd enkelvoud van:
zien

Wat is de verleden tijd enkelvoud van:
vinden

Wat is de verleden tijd meervoud van:
zingen

Wat is de verleden tijd meervoud van:
zoeken