LJ1 - 4.2 Vocabulary + Phrases / LJ 2 - 4.2 Grammar

Vak: Engels
Hoofdstuk: 4.2
1.
Lesopening / Lesson opening
2.
Lesdoel / Goals 
3. 
Mini-check
4.
Instructie / Instruction
5.
Begeleid inoefenen / Guided practice
6.
Zelfstandig werken / work independently 
7.
Evaluatie / Evaluation
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Vak: Engels
Hoofdstuk: 4.2
1.
Lesopening / Lesson opening
2.
Lesdoel / Goals 
3. 
Mini-check
4.
Instructie / Instruction
5.
Begeleid inoefenen / Guided practice
6.
Zelfstandig werken / work independently 
7.
Evaluatie / Evaluation

Slide 1 - Slide

1. Lesopening/lesson opening LJ1/LJ2
LJ1: Take your English book and open it on page 22. Make exersice 19 & 20 and 26 & 27 on page 25/26
Ready? Then learn the words of 4.1 & 4.2. 

LJ2: Take your English book and open it on page 23.
 


Slide 2 - Slide

2. Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het einde van de les:
- ken je de grammatica van 'gerund'
- ken je de grammatica van de gebiedende wijs


Leergebied overstijgende doelen:
Plannen en organiseren
- Neem in je agenda op wat je de komende week moet leren
- Pas je planning aan (indien nodig) voor de andere helft van de week

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen + mini-check
Verdiept --> 8 of hoger: Bregje en Nick.
Je maakt zelfstandig opdracht 18 en 19 op blz 23/24


De rest doet mee met de mini-check.

Slide 4 - Slide

Men gebruikt Don't om aan te geven dat iemand iets niet moet doen.
A
True
B
False

Slide 5 - Quiz

Translate: Ga naar boven
A
Turn up
B
Go up
C
Go down
D
Up stairs

Slide 6 - Quiz

Translate: Je mag niet drinken hier...
A
Not drink
B
Does not drink here.
C
Drink not here.
D
Don't drink here.

Slide 7 - Quiz

He stopped ______ his car, it was too expensive
A
drive
B
drived
C
driving
D
drove

Slide 8 - Quiz

He _____ his car every day (drive)
A
driving
B
drives
C
drived
D
to drive

Slide 9 - Quiz

Wie maakt wat
Had je alle vragen goed dan mag je zelfstandig aan de slag. Je maakt opdracht 18 en 19 op blz 23/24.

De rest doet mee met de instructie

Slide 10 - Slide

GERUND 
(ING-VORM)

Slide 11 - Slide

What is a Gerund?
De gerund is een vorm van het werkwoord (stam + ing) die gebruikt wordt als zelfstandig naamwoord.

I hate doing homework. 
Doing homework is fun!

Slide 12 - Slide

Je gebruik de gerund:
Als het werkwoord het onderwerp is van de zin. 
- Dancing is fun!
- Smoking is bad for you. 

Slide 13 - Slide

Je gebruikt de gerund ook
 na werkwoorden zoals like, hate, enjoy, love, remember, prefer, start, continue, keep, begin en stop wanneer het gaat over iets wat iemand vaak (of niet langer meer) doet:
I like swimming.
Harriet enjoys reading.
We prefer kayaking over canoeing.

Slide 14 - Slide

Hoe maak je de gerund?
Werkwoord +ing 

De gerund lijkt dus qua vorm heel erg op de present continuous, maar dan ZONDER een vorm van 'to be'

Slide 15 - Slide

The Imperative  /  Gebiedende Wijs

Slide 16 - Slide

Imperative (Gebiedende wijs)
You want to tell someone they have to do something.
Sit down!
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

Slide 17 - Slide

Cross the road

Sit still

Be quiet

Read your book

Get up

Open the door

Wash your hands

Be careful

Close the fridge


Niet doen/Don't


Don't cross the road now

Don't spend all your money

Don't feel sad

Don't feed the animals

Don't go there

Don't drink that

Don't walk on the grass

Slide 18 - Slide

gebiedende wijs
You use don't to say that someone should not do it.

Don't eat too much candy



Slide 19 - Slide

6. Zelfstandig werken
LJ 1: Je maakt zelfstandig opdracht 19 & 20 op blz 22 en opdracht 26 & 27 op blz 25/26.
LJ2: Je maakt zelfstandig opdracht 18 en 19 op blz 23/24

Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna ga je de woordjes van 4.1 + 4.2 leren in quizlet of met een woordzoeker. 

timer
1:00

Slide 20 - Slide

7. Evaluatie/Evaluation 
How was this lesson?
Do you have any questions about this lesson?

Homework on the next page. 


Slide 21 - Slide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
Dinsdag 28 februari
4.2 Exercise 19, 20, 26 and 27

Huiswerk LJ2: 
Dinsdag 28 februari
4.2 Exercise 18 and 19
Toetsen LJ1: 
Maandag 6 maart
SO woordjes en zinnen 4.1 + 4.2

Toetsen LJ2: 
Maandag 6 maart
SO woordjes en zinnen 4.1 + 4.2

Slide 22 - Slide