Grammatica H2 samengestelde zinnen maken

Samengestelde zinnen maken
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Samengestelde zinnen maken

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Stencil nakijken
  • Samengestelde zinnen
  • stencil zinsdelen knippen

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Wat gaan we vandaag leren?
  • Ik kan voegwoorden op de goede manier gebruiken om samengestelde zinnen te maken.

Slide 3 - Slide

Bekijk de plaatjes
1. Kies 2 plaatjes en maak daarmee één zin
 waarin je vertelt wat er gebeurd is.
2. Kies nu 3 plaatjes en doe hetzelfde.
3. Met welke woorden heb je de zinnen 
aan elkaar geplakt?
Schrijf je antwoord in de chat.

Slide 4 - Slide

Theorie
Samengestelde zinnen maken
Een tekst bestaat uit zinnen. Je kunt allemaal enkelvoudige zinnen schrijven, met één persoonsvorm, maar je kunt ook samengestelde zinnen maken. Je plakt de enkelvoudige zinnen dan aan elkaar vast met een voegwoord. Veelgebruikte voegwoorden zijn: en, of, maar, want, dus, omdat, terwijl, zodat, nadat, als en toen.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Sleep de 2 persoonsvormen en het voegwoord naar de zwarte vakken. Let op: je hoeft niet alle woorden te verslepen. Druk op 'klaar' als je klaar bent.
Persoonsvormen:
Voegwoord
John
kan 
niet meer
pinnen
want
hij 
is
zijn pincode
vergeten.

Slide 7 - Drag question

Sleep de 2 persoonsvormen en het voegwoord naar de zwarte vakken. Let op: je hoeft niet alle woorden te verslepen. Druk op 'klaar' als je klaar bent.
Persoonsvormen:
Voegwoord
In de stortregen
zoeken
de scholieren
een bushokje
zodat
ze
kunnen
schuilen.

Slide 8 - Drag question

Aan de slag
Wat? Maak oefening 1 t/m 5 vanaf blz. 57 en het stencil over ontleden.

Slide 9 - Slide

Fijn weekend!
Vergeet de opdrachten niet af te maken!

Slide 10 - Slide

Aan de slag
- Ga naar de digitale omgeving van Nieuw Nederlands;
- Klik linksboven op hoofdstuk 1 en daarna hoofdstuk 2;
- Klink op trainen (rechts);
- Maak  alle oefeningen van taalverzorging. De oefeningen van woordenschat sla je over.


Slide 11 - Slide