Feit, mening en argument

Feit, mening en argument
H1.5 Nederlands
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Feit, mening en argument
H1.5 Nederlands

Slide 1 - Slide

Lesplanning
15 minuten stil lezen
Instructie (uitleg)
Opdrachten H1.5 Feiten, mening en argumenten

timer
15:00

Slide 2 - Slide

In deze les leer je
Hoe je een feit, een argument en een mening kan herkennen. 
Wat de verschillen zijn tussen een feit, argument en mening. 

Slide 3 - Slide

Het onderwerp van een tekst is....
A
Voor welk publiek de tekst is gemaakt.
B
Het tekstsoort van de tekst.
C
Waar de tekst over gaat.

Slide 4 - Quiz


A

Slide 5 - Quiz

Noem zoveel mogelijk tekstsoorten.

Slide 6 - Mind map

Tekstsoorten
  • Nieuwsbericht
  • Gebruiksaanwijzing
  • Reclame
  • Discussie
  • Speelfilm
  • Boek
  • Tijdschrift 

Slide 7 - Slide

Noem de tekstdoelen.

Slide 8 - Mind map

Tekstdoelen
Informeren
Instrueren
Overtuigen
Overhalen/activeren
Mening
Amuseren

Slide 9 - Slide

Welke vraag stel je NIET als je de betrouwbaarheid van een tekst wil controleren.
A
Uit welke bron komt de tekst?
B
Heeft de maker verstand van het onderwerp?
C
Voor welk publiek is de tekst?
D
Klopt de informatie nog?

Slide 10 - Quiz

Signaalwoorden zorgen voor...
A
Een verband tussen zinnen en alinea's.
B
Betrouwbaarheid van de tekst.
C
Dat je de tekst kan controleren.

Slide 11 - Quiz

Een feit kan je controleren.
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Een mening kan je controleren
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Melk is wit.
A
Dit is een feit.
B
Dit is een argument.
C
Dit is een mening.

Slide 14 - Quiz

Chocolade is lekker.
A
Dit is een feit.
B
Dit is een argument.
C
Dit is een mening.

Slide 15 - Quiz

Als iemand zegt waarom hij/zij iets vindt. Dan is dit een .....
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 16 - Quiz

Feiten

Melk is wit.
Het is vandaag 21 november 2024.
Sinterklaas is zaterdag in Nederland aangekomen.

Mening

Melk is lekker.
Donderdag is mijn favoriete dag van de week.
Ik vier liever Kerst dan Sinterklaas. 

Slide 17 - Slide

Argumenten
Donderdag is mijn favoriete dag van de week, omdat het dan bijna weekend is. 
Ik vier liever Kerst dan Sinterklaas, want ik geloof niet meer in Sinterklaas.

Slide 18 - Slide

Opdracht
H1.5 Feiten, meningen en argumenten. Blz. 39 t/m 45.

Maandag 25 november toets! 
Donderdag 28 november referentietoets.

Slide 19 - Slide