les 3 thema 3 km2a (wo 15 feb)

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00

Slide 1 - Slide

Deze les
Terugblik doelen vorige lesweek.   
Uitleg leerdoelen deze week.   
Opdrachten maken.   
Afsluiten; hoe is het deze les gegaan? 


Slide 2 - Slide

Vorige (les)week
B1 vraag 1, 3, 5 en 6  was veel "fout" gemaakt. (en bij andere vragen ook veel fouten...)


Heb je een andere vraag fout gemaakt en heb je daar hulp/uitleg bij nodig? Vraag me dan straks nog even om uitleg.


Slide 3 - Slide

Welk bestanddeel van het bloed zorgt voor het stollen van het bloed?
A
Rode bloedcel
B
Witte bloedcel
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplasma

Slide 4 - Quiz

Bloed bestaat uit:
A
Bloedcellen en bloedplaatjes
B
Alleen bloedcellen
C
Bloedcellen, bloedplaatjes en bloedplasma
D
Alleen bloedplasma

Slide 5 - Quiz

Welk percentage van je bloed bestaat uit bloed plasma?
A
30
B
45
C
55
D
75

Slide 6 - Quiz

Alcohol wordt vervoerd door het bloed.
Door welk bestanddeel van bloed
wordt alcohol vervoer?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplaatjes
D
bloedplasma

Slide 7 - Quiz

Wat doen witte bloedcellen?
A
vervoeren zuurstof
B
zorgen voor een korstje op een wondje
C
doen niks
D
maken ziekteverwekker onschadelijk

Slide 8 - Quiz

Hebben witte bloedcellen een celkern?
A
ja
B
nee
C
soms

Slide 9 - Quiz

De leerdoelen voor deze week: 
-Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
-Je kunt slagaders en aders benoemen in het bloedvatenstelsel van de mens.
-Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

-Je kunt de delen van het hart en aansluitende bloedvaten benoemen in een afbeelding.
-Je kunt de kenmerken en functies noemen van het hart en de aansluitende bloedvaten.


Vandaag de eerste drie, volgende les de laatste twee

Slide 10 - Slide

-Je moet drie typen bloedvaten kunnen noemen met hun kenmerken en functies.  

Slide 11 - Slide

-Je moet drie typen bloedvaten kunnen noemen met hun kenmerken en functies.  
Wat zijn de verschillen in:
-Dikte wand
-Stroomrichting
-Zuurstof en koolstofdioxide gehalte
-Bloeddruk

Slide 12 - Slide

-Je moet in het bloedvatenstelsel 
van de mens slagaders en aders 
kunnen benoemen. 
Hoe zit dit in elkaar en wat zijn de uitzonderingen:
-aorta
-poortader
-kransslagader en aders
-onderste en bovenste holle aders

Wat is zuurstof rijk en wat arm?
Grote / kleine bloedsomloop?

Slide 13 - Slide

Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

Slide 14 - Slide

Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

Slide 15 - Slide

0

Slide 16 - Video

timer
10:00
Leerdoelen:
-Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies. 
-Je kunt slagaders en aders benoemen in het bloedvatenstelsel van de mens.
-Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

-Je kunt de delen van het hart en aansluitende bloedvaten benoemen in een afbeelding.
-Je kunt de kenmerken en functies noemen van het hart en de aansluitende bloedvaten.


Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen: de tekst van B2 en B3 van thema 3.
-Te maken: thema 3 basisstof 2 (3.2) en 3 (3.2 eerste deel)
-De antwoorden van de opdrachten te controleren.
-Je kennis te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
Eerst 10 minuten zelf in stilte,
daarna mag je overleggen. 
De laatste 5 minuten doen we nog 5 vragen via lessonup. Laat je Lessonup tabblad dus openstaan.

Slide 17 - Slide

Afsluiting.

Samenvatten van deze les door 5 lessonup vragen. 

Slide 18 - Slide

Hoe noemen we deze bloedvaten?
A
slagaders
B
aders
C
haarvaten

Slide 19 - Quiz

Welke bloedvaten hebben de dikste wand?
A
slagaders
B
aders
C
haarvaten

Slide 20 - Quiz


Hoe heet bloedvat P ?
A
Leverader
B
Leverslagader
C
Poortader

Slide 21 - Quiz

In welk bloedvat is het zuurstofgehalte het hoogst?
A
Poortader
B
Nierslagader
C
Nierader
D
Onderste holle ader

Slide 22 - Quiz

Tot welke bloedsomloop hoort de longslagader?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 23 - Quiz

Ver genoeg gekomen met de opdrachten?
Zo niet; genoteerd wat je thuis gaat doen?  

Pak dan je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.
Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet.

Slide 25 - Slide