Les 5, gezondheid (De Opmaat)

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom! woensdag 29-11

Huiswerk Quiz (LessonUp)

Spreken Oefening 13

Grammatica Hoofdzin/bijzin en conjuncties (werkboekje)

Lezen Oefening 5

Pauze Korte gesprekjes n.a.v. de toets

Spreken Lichaamsdelen en voorzetsels

Grammatica Deze, die, dit, dat

Schrijven Dictee (zinnen met woorden uit het thema)

Evaluatie

Welkom!

woensdag 13-12

Spreken              Oefening 17 (vragen zie, dia)

Grammatica       www.nt2school.nl-Thema 6

Schrijven            Dictee

Luisteren            Korte filmpjes

Pauze

Grammatica       Ik werk, hij werkt, wij werken

Spreken               Maak een hoofdzin in de                                        tegenwoordige tijd

Lezen                   Neusspray

                              Oefening 23, blz. 209             

Huiswerk:

Grammatica

1. Blz. 278, oefening 1 en 2

2. Blz. 209, 210, oefening 23

3. www.nt2school.nl

• Thema 1: Grammatica, oefening 1, 2, 3, 4

4. Woordenlijst thema 7: oefen de woorden

Gezondheidstest, oefening 17

1. Wat doe jij als je geen zin hebt om te koken?
2. Slik jij extra vitaminen?    -    Welke vitaminen slik je dan?
3. Sport jij?    -    Waarom sport je? /  Waarom sport je niet?
4. Wat doe je als je hoofdpijn hebt?
5. Drink je alcohol?    -    Waarom drink je wel/geen alcohol?
6. . Hoe probeer je te ontspannen?
7. Eet je gezond?   -   Wat eet je dan?
8. Gebruik je medicijnen?  -   Welke medicijnen gebruik je dan?

Welkom! woensdag 29-11

Huiswerk Quiz (LessonUp)

Spreken Oefening 13

Grammatica Hoofdzin/bijzin en conjuncties (werkboekje)

Lezen Oefening 5

Pauze Korte gesprekjes n.a.v. de toets

Spreken Lichaamsdelen en voorzetsels

Grammatica Deze, die, dit, dat

Schrijven Dictee (zinnen met woorden uit het thema)

Evaluatie

Welkom!

woensdag 13-12

Spreken              Oefening 17 (vragen zie, dia)

Grammatica       www.nt2school.nl-Thema 6

Schrijven            Dictee

Luisteren            Korte filmpjes

Pauze

Grammatica       Ik werk, hij werkt, wij werken

Spreken               Maak een hoofdzin in de                                        tegenwoordige tijd

Lezen                   Neusspray

                              Oefening 23, blz. 209             

Huiswerk:

Grammatica

1. Blz. 278, oefening 1 en 2

2. Blz. 209, 210, oefening 23

3. www.nt2school.nl

Thema 1: Grammatica, oefening 1, 2, 3, 4

4. Woordenlijst thema 7: oefen de woorden

Dictee

in gynzy

Welkom! woensdag 29-11

Huiswerk Quiz (LessonUp)

Spreken Oefening 13

Grammatica Hoofdzin/bijzin en conjuncties (werkboekje)

Lezen Oefening 5

Pauze Korte gesprekjes n.a.v. de toets

Spreken Lichaamsdelen en voorzetsels

Grammatica Deze, die, dit, dat

Schrijven Dictee (zinnen met woorden uit het thema)

Evaluatie

Welkom!

woensdag 13-12

Spreken              Oefening 17 (vragen zie, dia)

Grammatica       www.nt2school.nl-Thema 6

Schrijven            Dictee

Luisteren            Korte filmpjes

Pauze

Grammatica       Ik werk, hij werkt, wij werken

Spreken               Maak een hoofdzin in de                                        tegenwoordige tijd

Lezen                   Neusspray

                              Oefening 23, blz. 209             

Huiswerk:

Grammatica

1. Blz. 278, oefening 1 en 2

2. Blz. 209, 210, oefening 23

3. www.nt2school.nl

Thema 1: Grammatica, oefening 1, 2, 3, 4

4. Woordenlijst thema 7: oefen de woorden

Een groot gat

Waar zijn de mensen?

Wat is er aan de hand?

Wat doet de dokter?

Een nieuwe ziekte

Waar zijn de mensen?

Wat is er aan de hand?

Wat doet de dokter?

De beste chirurg

Waar zijn de mensen?

Wat is er aan de hand?

Wat doet de dokter?

Na een neusoperatie beginnen aan kinderen

Waar zijn de mensen?

Wat is er aan de hand?

Wat doet de dokter?

Welkom! woensdag 29-11

Huiswerk Quiz (LessonUp)

Spreken Oefening 13

Grammatica Hoofdzin/bijzin en conjuncties (werkboekje)

Lezen Oefening 5

Pauze Korte gesprekjes n.a.v. de toets

Spreken Lichaamsdelen en voorzetsels

Grammatica Deze, die, dit, dat

Schrijven Dictee (zinnen met woorden uit het thema)

Evaluatie

Welkom!

woensdag 13-12

Spreken              Oefening 17 (vragen zie, dia)

Grammatica       www.nt2school.nl-Thema 6

Schrijven            Dictee

Luisteren            Korte filmpjes

Pauze

Grammatica       Ik werk, hij werkt, wij werken

Spreken               Maak een hoofdzin in de                                        tegenwoordige tijd

Lezen                   Neusspray

                              Oefening 23, blz. 209             

Huiswerk:

Grammatica

1. Blz. 278, oefening 1 en 2

2. Blz. 209, 210, oefening 23

3. www.nt2school.nl

Thema 1: Grammatica, oefening 1, 2, 3, 4

4. Woordenlijst thema 7: oefen de woorden

Grammatica

blz. 17,18,19

Wat is de stam?
fietsen

1. fietst
2. fietsen
3. fiets
4. fiet

Wat is de stam?
zoeken

1. zoek
2. zoekt
3. zoeken
4. zocht

Grammatica

blz. 17,18,19

Grammatica

blz. 17,18,19

Wat is goed?
lopen

1. hij loop
2. hij loopt
3. hij lopen
4. hij lopt

Wat is goed?
luisteren

1. ik luistert
2. ik luisteren
3. ik luister
4. ik luis

Wat is goed?
zoeken

1. wij zoeken
2. wij zoekt
3. wij zoeke
4. wij zoek

Wat is goed?
fietsen

1. fietst je
2. fietsen je
3. fiets je
4. fiet je

Grammatica

blz. 17,18,19

dictee

Schrijf de woorden op.

1.  

dictee

Schrijf de woorden op.

1.  lopen

2. 

dictee

Schrijf de woorden op.

1.  lopen

2. stoppen

3. 

dictee

Schrijf de woorden op.

1.  lopen

2. stoppen

3. maken

4. 

dictee

Schrijf de woorden op.

1.  lopen

2. stoppen

3. maken

4. zakken

5. 

dictee

Schrijf de woorden op.

1.  lopen

2. stoppen

3. maken

4. zakken

5. weten

6. 

dictee

Schrijf de woorden op.

1.  lopen

2. stoppen

3. maken

4. zakken

5. weten

6. zetten

7. 

dictee

Schrijf de woorden op.

1.  lopen

2. stoppen

3. maken

4. zakken

5. weten

6. zetten

7. studeren

8. 

dictee

Schrijf de woorden op.

1.  lopen

2. stoppen

3. maken

4. zakken

5. weten

6. zetten

7. studeren

8. pakken

Grammatica

blz. 17,18,19

Grammatica

blz. 17,18,19

Grammatica

blz. 17,18,19

zijn
Ik ..... moe.

1. is
2. ben
3. zijn

zijn
Hij ..... thuis.

1. is
2. ben
3. zijn

zijn
Jullie ..... thuis.

1. is
2. ben
3. zijn

hebben
Wij .... vakantie.

1. heb
2. heeft
3. hebt
4. hebben

hebben
Ik .... honger.

1. heb
2. heeft
3. hebt
4. hebben

hebben
Je .... vandaag vrij.

1. heb
2. heeft
3. hebt
4. hebben

hebben
... je het koud?

1. heb
2. heeft
3. hebt
4. hebben

hebben
De mensen ..... lang gewacht.

1. heb
2. heeft
3. hebt
4. hebben

Grammatica

blz. 17,18,19

Grammatica

blz. 17,18,19

Grammatica

blz. 17,18,19

Welkom! woensdag 29-11

Huiswerk Quiz (LessonUp)

Spreken Oefening 13

Grammatica Hoofdzin/bijzin en conjuncties (werkboekje)

Lezen Oefening 5

Pauze Korte gesprekjes n.a.v. de toets

Spreken Lichaamsdelen en voorzetsels

Grammatica Deze, die, dit, dat

Schrijven Dictee (zinnen met woorden uit het thema)

Evaluatie

Welkom!

woensdag 13-12

Spreken              Oefening 17 (vragen zie, dia)

Grammatica       www.nt2school.nl-Thema 6

Schrijven            Dictee

Luisteren            Korte filmpjes

Pauze

Grammatica       Ik werk, hij werkt, wij werken

Spreken               Maak een hoofdzin in de                                        tegenwoordige tijd

Lezen                   Neusspray

                              Oefening 23, blz. 209             

Huiswerk:

Grammatica

1. Blz. 278, oefening 1 en 2

2. Blz. 209, 210, oefening 23

3. www.nt2school.nl

Thema 1: Grammatica, oefening 1, 2, 3, 4

4. Woordenlijst thema 7: oefen de woorden

Welkom! woensdag 29-11

Huiswerk Quiz (LessonUp)

Spreken Oefening 13

Grammatica Hoofdzin/bijzin en conjuncties (werkboekje)

Lezen Oefening 5

Pauze Korte gesprekjes n.a.v. de toets

Spreken Lichaamsdelen en voorzetsels

Grammatica Deze, die, dit, dat

Schrijven Dictee (zinnen met woorden uit het thema)

Evaluatie

Welkom!

woensdag 13-12

Spreken              Oefening 17 (vragen zie, dia)

Grammatica       www.nt2school.nl-Thema 6

Schrijven            Dictee

Luisteren            Korte filmpjes

Pauze

Grammatica       Ik werk, hij werkt, wij werken

Spreken               Maak een hoofdzin in de                                        tegenwoordige tijd

Lezen                   Neusspray

                              Oefening 23, blz. 209             

Huiswerk:

Grammatica

1. Blz. 278, oefening 1 en 2

2. Blz. 209, 210, oefening 23

3. www.nt2school.nl

Thema 1: Grammatica, oefening 1, 2, 3, 4

4. Woordenlijst thema 7: oefen de woorden

Maak een hoofdzin in de tegenwoordige tijd.

Welke telefoon heb je?                    

Hoe laat is het?                                       

Wanneer maak je je huiswerk?

Welke talen spreek je?

Hoe heet de docent?

Hoe oud ben je?

Waar werk je?

Naar welke muziek luister je?

Waar woon je?

Waar kom je vandaan?

Welkom! woensdag 29-11

Huiswerk Quiz (LessonUp)

Spreken Oefening 13

Grammatica Hoofdzin/bijzin en conjuncties (werkboekje)

Lezen Oefening 5

Pauze Korte gesprekjes n.a.v. de toets

Spreken Lichaamsdelen en voorzetsels

Grammatica Deze, die, dit, dat

Schrijven Dictee (zinnen met woorden uit het thema)

Evaluatie

Welkom!

woensdag 13-12

Spreken              Oefening 17 (vragen zie, dia)

Grammatica       www.nt2school.nl-Thema 6

Schrijven            Dictee

Luisteren            Korte filmpjes

Pauze

Grammatica       Ik werk, hij werkt, wij werken

Spreken               Maak een hoofdzin in de                                        tegenwoordige tijd

Lezen                   Neusspray

                              Oefening 23, blz. 209             

Huiswerk:

Grammatica

1. Blz. 278, oefening 1 en 2

2. Blz. 209, 210, oefening 23

3. www.nt2school.nl

Thema 1: Grammatica, oefening 1, 2, 3, 4

4. Woordenlijst thema 7: oefen de woorden

Neusspray

Vragen:

1. Wat is een bijsluiter?
2. Hoe lang mag je de neusspray gebruiken?
3. Wat moet je doen als de klachten niet verminderen?
4. Welke bijwerkingen worden genoemd in de bijsluiter?

Neusspray

Vragen:

1. Wat moet je eerst doen als je de neusspray gebruikt?
2. Vanaf welke leeftijd mag je de neusspray gebruiken?
3. Hoe vaak mag je de neusspray per dag gebruiken?

Gezondheidstest, oefening 17

7. Hoe probeer je te ontspannen?

8. Hoe vaak poets jij je tanden?   -   wat gebruik je dan?

9. Rook jij?   -   Waarom rook je wel/niet?  - Hoeveel rook je?

10. Eet jij vis?   -   Waarom eet je wel/geen vis?

11. Eet je fruit?   -  Hoeveel fruit eet je?  - Waarom eet je fruit?

12. Wat doe je als de huisarts een medicijn voorschrijft?