taalkunde, grammatica, persoonsvorm

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

welk woord is fout? (één woord)
Veel mannen loopt op de lange straat.

welk woord is fout? (één woord)
Elke sporter eten voor de wedstrijd veel bananen.

welk woord is fout? (één woord)
Twintig kinderen maakt op tijd hun huiswerk.

welk woord is fout? (één woord)
De groep studenten leren voor de toets van maandag.

Wat is de gemeenschappelijke fout bij de vorige vragen?

welke zin hoort bij een werkwoord?

1. In elke zin zit minimaal één werkwoord
2. Het werkwoord geeft informatie die je weg kunt laten.
3. Het werkwoord en het onderwerp hebben een relatie.
4. De persoonsvorm is een vorm van het ww.

Lees de uitleg tijdproef op je werkblad

Doe de tijdproef: zet de zin in een andere tijd

De docent maakt een toets.

Doe de tijdproef: zet de zin in een andere tijd

Nederlanders hebben vaak een huisdier.

Maak opdracht 1, 2 en 3 op het werkblad.

Zoek alle werkwoorden

Ik zal je straks helpen.

Zoek alle werkwoorden

De trein heeft vertraging.

Zoek alle werkwoorden

Heb jij je haar laten knippen?

Zoek alle werkwoorden

De overhemden worden door mijn vader gestreken.

Welke werkwoordsvormen ben je net tegengekomen?

Lees de uitleg werkwoordsvormen op je werkblad.

hele ww

volt dw

PV

gemaakt

maken

maak

rekent

rekenen

gerekend

schreef

geschreven

Maak opdracht 4 en 5 op het werkblad.

hele ww

volt dw

wat is een werkwoord?

hoe vind ik de persoonsvorm?

door de tijdsproef

een ww-vorm die bij pv van hebben, zijn of worden staat

een doe-woord

deze vorm staat in het woordenboek

einde