This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Wat versta jij onder aantrekkelijkheid?
Slide 1 - Mind map
Inhoud
- Quiz vragen
- Ted Talk
-casus
Slide 2 - Slide
Wat is aantrekkelijk?
A
Foto Links
B
Foto Rechts
Slide 3 - Quiz
Hoe komt dit?
Dit heeft te maken met fysieke aantrekkelijkheid. Vanaf onze jeugd worden we al door sociale media beïnvloed. Denk bijvoorbeeld aan prinsessen en prinsen van de films die je vroeger keek.
Slide 4 - Slide
Hebben alle culturen dezelfde percepties van wat mooi of knap is?
A
JA
B
NEE
Slide 5 - Quiz
Wat maakt een mensengezicht aantrekkelijk?
A
Hoge wenkbrauwen, grote pupillen
B
Een kleine neus, een kleine kin
C
Kleine oren, scherpe kaaklijn
D
Prominente jukbeenderen en een brede glimlach
Slide 6 - Quiz
Wat is aantrekkelijker? Een symmetrisch of asymmetrisch gezicht?
A
symmetrisch
B
asymmetrisch
Slide 7 - Quiz
‘wat mooi is, is goed’ dit is een stereotyperende zin, maar mensen handelen hier vaak wel naar. Welke eigenschappen maken volgens de Koreaanse, Canadese en Amerikaanse stereotypering iemand aantrekkelijk?
A
sportief, aanhankelijk
B
populair, gelukkig
C
sociaal, extravert
D
volwassen, beheerst
Slide 8 - Quiz
Wat is tinder voor een app?
A
Social media app
B
Datingapp
Slide 9 - Quiz
Wat zijn vuilkuilen van online dating?
Slide 10 - Open question
Wat zijn valkuilen van online dating?
- Mensen hebben niet altijd een eerlijk profiel
- Tinder leidt niet tot meer succes als een ander soort ontmoetingsplek
Slide 11 - Slide
Wat is kameraadschappelijke liefde?
A
Gevoelens van intimiteit en affectie die we voor iemand hebben die soms vergezeld gaan met passie of lichamelijke opwinding
B
Gevoelens van intimiteit en affectie die we voor iemand hebben die niet vergezeld gaan met passie of lichamelijke opwinding
C
Gevoelens van intimiteit en affectie die we voor iemand hebben die vaak vergezeld gaan met passie of lichamelijke opwinding
Slide 12 - Quiz
Waardoor wordt een angstig-ambivalente hechtingsstijl gekenmerkt?
A
Vertrouwen, gebrek aan angst om in de steek gelaten te worden
B
Moeite om intieme relaties relaties te ontwikkelen
C
Hoger dan gemiddeldez mate van angst
D
Angst dat het verlangen naar intimiteit niet beantwoord wordt