What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H2 Cellen les 1
1 = orgaansysteem
2 = atoom
Je kan op deze cirkel klikken voor het antwoord (en op alle andere cirkeltjes)
2.1
1 / 35
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
This lesson contains
35 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
1 = orgaansysteem
2 = atoom
Je kan op deze cirkel klikken voor het antwoord (en op alle andere cirkeltjes)
2.1
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
19
Slide 10 - Video
00:07-00:11
een witte bloedcel
rolt over de wand van een bloedvat
Slide 11 - Slide
00:14-00:19
Eiwitten
Afwisselend hechten en loslaten;
zo rolt de witte bloedcel over de
bloedvatwand.
Slide 12 - Slide
00:33-00:39
Boven: bloedvatwand
Onder: Witte bloedcel
Slide 13 - Slide
00:50-00:57
Membraan
Dit is de buitenkant van het celmembraan
Het is bijna vloeibaar. Er 'drijven' vlotten in, deze bevatten meer cholesterol waardoor ze steviger zijn.
Slide 14 - Slide
01:22-01:28
Signaalstof
Deze bindt aan een receptor op de cel. We gaan zo zien welke reactie de cel daarop geeft.
Slide 15 - Slide
01:38-01:41
Binnen in de cel
Slide 16 - Slide
01:42-01:47
Eiwitten
Steken door het celmembraan of zijn erin verankerd
Slide 17 - Slide
02:00-02:06
Eiwitdraden
Deze draden vormen het celskelet,
dat wat de cel in zijn vorm houdt
Slide 18 - Slide
02:48-02:55
Opbouw en afbraak
De eiwitten van het celskelet worden steeds opnieuw opgebouwd en afgebroken,
afhankelijk van de vorm de cel moet hebben
Slide 19 - Slide
03:41-03:47
Transport
Een blaasje gevuld met eiwitten, wordt voortgetrokken
door een lopend transporteiwit
Slide 20 - Slide
04:05-04:12
Mitochondriën
De energiecentrales van de cel gedragen
zich als zelfstandige cellen
Slide 21 - Slide
04:30-04:36
Celkern
Je kijkt hier op de celkern, er zitten poriën in om
het RNA (lijkt op DNA, sliertjes) door te laten.
Slide 22 - Slide
04:41-04:48
Ribosomen
Het RNA bindt buiten de celkern aan een ribosoom. Deze leest de code van het RNA en maakt met die informatie een eiwit.
Slide 23 - Slide
05:14-05:20
Eiwitproductie
Eiwitten worden soms rechtstreeks in het Endoplasmatisch Reticulum gemaakt (voor transport)
Slide 24 - Slide
05:30-05:35
Blaasjes
Blaasjes snoeren af van het ER voor transpor
t
Slide 25 - Slide
05:58-06:05
Golgi systeem
Hier versmelten de blaasjes met het Golgi systeem, waar de eiwitten hun definitieve vorm krijgen
Slide 26 - Slide
06:22-06:29
Versmelten met celmembraan
De blaasjes versmelten met het buitenmembraan, de inhoud zit nu aan de buitenkant
Slide 27 - Slide
06:56-07:03
De reactie
De nieuw gemaakte eiwitten komen samen en vormen een hechtings team om de cel te stoppen.
Slide 28 - Slide
07:29-07:41
De reactie (2)
De witte bloedcel verandert van vorm en wordt plat, zodat hij tussen de cellen van de bloedvatwand door kan, naar de plek waar hij nodig is.
Slide 29 - Slide
Overhoor jezelf: weet je de functies nog?
Een ribosoom is een eiwitfabriek; het ruw E.R. is het transportsysteem van die eiwitten
Het Golgi-apparaat vouwt eiwitten goed op (maakt het 'af') en transporteert ze in blaasjes
Het centriool speelt een rol bij de celdeling; hieraan bevestigen zich de trekdraden die de chromosomen uit elkaar trekken
Het lysosoom is een blaasje met verteringsenzymen om kapotte ceponderdelen op te ruimen
De celkern bevat het DNA, hierin vindt ook transcriptie (maken van RNA) plaats
Het cytoplasma bevat opgeloste stoffen, is de inhoud van de cel waarin alle organellen 'hangen'. Bevat ook het celskelet
Het celmembraan is het omhulsel van de cel, de poortwachter die zorgt dat sommige stoffen wel en andere niet binnen komen
De mitochondriën zijn de energiecentrales. Ze verbranden energierijke stoffen en maken ATP van ADP en P
Het glad ER (zonder ribosomen) is een transportsysteem, vooral voor eiwitten
Slide 30 - Slide
Wat hoort bij welke functie?
Sleep de organellen naar de juiste functie.
Transportsysteem
Levert energie
Maakt RNA
Maakt eiwitten
Celkern
Ribosomen
Glad ER
Mitochondriën
Ruw ER
Golgi-systeem
Slide 31 - Drag question
Wat is de functie van een lysosoom in de cel?
A
zorgt voor vertering binnen de cel
B
drager van erfelijke eigenschappen
C
vervormen van eiwitten
D
transporteren van stoffen in de cel
Slide 32 - Quiz
Welk nr. is het golgi apparaat en wat doet die?
A
nr 8: het verpakt en bewerkt eiwitten
B
nr 6: het verpakt en bewerkt eiwitten
C
nr 8: het maakt eiwitten
D
nr 6: het maakt eiwitten
Slide 33 - Quiz
Wat is een eiwit ook alweer?
A
Een soort vetachtig molecuul
B
Een molecuul dat uit aminozuren is opgebouwd
C
Een klein molecuul
D
Het is geen molecuul maar een organel
Slide 34 - Quiz
Wat is géén functie van het celmembraan?
A
Binden aan signaalstoffen zoals hormonen
B
Doorlaten van CO2 en O2
C
Niet doorlaten van schadelijke stoffen
D
Maken van eiwitten
Slide 35 - Quiz
More lessons like this
H2 Cellen les 1
September 2022
- Lesson with
39 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
2.2 Cellen
August 2021
- Lesson with
35 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
4V 2.2 Cellen dl1
June 2022
- Lesson with
30 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
de cellen
February 2022
- Lesson with
48 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1,2
4V 2.2 Cellen dl2
June 2022
- Lesson with
24 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Les 25 - 29 mei BS4 havo
May 2020
- Lesson with
27 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Herhaling Hoofdstuk 2
March 2024
- Lesson with
44 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Les 25 - 29 mei BS4 vwo
May 2020
- Lesson with
31 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3