02-09-2020

Mittwoch, den 2. September 2020
1 / 29
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Mittwoch, den 2. September 2020

Slide 1 - Slide

Heute 
- Wort des Tages 
- Besprechen Hausaufgaben
- Grammatik: KB + AB

- Besprechen AB 8-12
- Lesen: KB 9 
- An die Arbeit 
- Hausaufgaben für Montag 

Slide 2 - Slide

Wort des Tages

Slide 3 - Slide

Wort des Tages

Slide 4 - Slide

Besprechen Hausaufgaben
AB Aufgabe 3, 4 + 5 (S. 6-7) 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Grammatik: Präpositionen 
KB Aufgabe 6-7
S. 10

Slide 10 - Slide

Grammatik: Präpositionen 
Ich stehe in dem Wohnzimmer.
Das Bild hängt an der Tafel. 
Die Bücher liegen auf den Tischen. 

1. Schrijf de zinnen op in je schrift & vertaal ze.
2. Wat hebben de werkwoorden gemeen qua betekenis?
3. In welke naamval staan de onderstreepte zinsdelen?

Slide 11 - Slide

Grammatik: Präpositionen 
4. Welke regel kun je uit deze zinnen afleiden?



Slide 12 - Slide

Grammatik: Präpositionen 
4. Welke regel kun je uit deze zinnen afleiden?

Wo?
=


Slide 13 - Slide

Grammatik: Präpositionen 
4. Welke regel kun je uit deze zinnen afleiden?

Wo?
=
stehen, hängen, liegen
+


Slide 14 - Slide

Grammatik: Präpositionen 
4. Welke regel kun je uit deze zinnen afleiden?

Wo?
=
stehen, hängen, liegen
+
in/an/auf 


Slide 15 - Slide

Grammatik: Präpositionen 
4. Welke regel kun je uit deze zinnen afleiden?

Wo?
=
stehen, hängen, liegen
+
in/an/auf 
Dativ (= 3e naamval)

Slide 16 - Slide

Welche Präpositionen drücken eine Position aus?


Dativ-Endungen 


m
v
o
mv
de/het
deze
een
mijn

Slide 17 - Slide

Welche Präpositionen drücken eine Position aus?

in =


Dativ-Endungen 


m
v
o
mv
de/het
deze
een
mijn

Slide 18 - Slide

Welche Präpositionen drücken eine Position aus?

in =

an = 


Dativ-Endungen 


m
v
o
mv
de/het
deze
een
mijn

Slide 19 - Slide

Welche Präpositionen drücken eine Position aus?

in =

an = 

auf = 
Dativ-Endungen 


m
v
o
mv
de/het
deze
een
mijn

Slide 20 - Slide

Grammatik: Präpositionen 
AB Aufgabe 8, 9, 10 & 12 
S. 9-10

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Lesen
KB Aufgabe 9
S. 11

Slide 27 - Slide

An die Arbeit 
AB Aufgabe 14, 15 + 16 
S. 10-11

Fertig? --> Wörterliste Lektion 19 ausfüllen (S. 12+13)

Slide 28 - Slide

Hausaufgaben für Montag

Wörterliste Lektion 19 ausfüllen (AB S. 12+13)

Slide 29 - Slide