This lesson contains 17 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
H4 De tijd van Steden en staten
4.3 Staatsvorming en centralisatie
Slide 1 - Slide
Engeland
Slide 2 - Slide
1066
Willem de Veroveraar, hertog van Normandië, verovert Engeland
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Feodaal Engeland
Willem de Veroveraar voert het feodale stelsel in Engeland in Maatregelen om machtig te blijven:
- Leenmannen kregen niet één groot stuk in leen maar kleine stukjes - Willem hield de beste gebieden voor zichzelf - Alle bezittingen van de adel opgeschreven in het Domesday Book (1086) Gevolg: duidelijk wie de macht heeft
Slide 5 - Slide
Domesday Book
Slide 6 - Slide
Centralisatie
Engelse koningen centraliserenhun land: bestuur vanuit één plek
Gevolg: adel en kerk verzetten zich tegen afname macht Voorbeeld: Koning Jan Zonder Land Ruzie met kerk: excommunicatie Ruzie met adel: Magna Carta(1215)
Slide 7 - Slide
Magna Carta
Slide 8 - Slide
Duitsland
Slide 9 - Slide
Rijk Karel de Grote
2 landen ontstaan uit het rijk van Karel de Grote: Frankrijk en Duitsland
Slide 10 - Slide
Duitsland centraliseert niet...
Geen hoofdstad
Duitse koningen noemen zich keizer en laten zich in Rome kronen
Koningschap niet erfelijk
Heilige Roomse Rijk
Slide 11 - Slide
De Nederlanden
Slide 12 - Slide
1430
Meeste NL'se gewesten onder 1 vorst: Filips van Bourgondië (of Filips de Goede)
Begint met instellen centraal bestuur (hoofdstad Brussel)
Door huwelijk daarna deel van Habsburgse rijk (Spanje)
Slide 13 - Slide
Frankrijk
Slide 14 - Slide
Franse koning
weinig macht
(Bourgondië, Normandië)
1180-1223
Filips Augustus
Uitbreiding machtsgebied, vooral ten koste van Engeland
Slide 15 - Slide
Honderdjarige oorlog
1337-1453
Engelsen definitief uit Frankrijk verdreven
Belangrijke rol voor Jeanne D'arc
Franse koningen braken de macht van leenmannen door steun van de steden