week 50 E-mail schrijven + tips toetsweek

Zorg dat je startklaar bent
 Nodig: pen, opgeladen Chromebook, leesboek

Ga zitten volgens de plattegrond.

Telefoon en oortjes in je tas. 



Welkom bij
Nederlands 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Zorg dat je startklaar bent
 Nodig: pen, opgeladen Chromebook, leesboek

Ga zitten volgens de plattegrond.

Telefoon en oortjes in je tas. 



Welkom bij
Nederlands 

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Boek lezen
Feedback leesdossier
E-mail schrijven zoals op de toets.






Slide 2 - Slide

timer
1:00

Slide 3 - Slide

Leesdossier
5 boeken
0 - 3 - 5 punten voor je leesdossier
0= missend onderdeel
3= alles is ingevuld
5= er is meer moeite voor gedaan dan minimaal nodig
3 of 5 punten komen bovenop je punten voor je mondeling. 

Slide 4 - Slide

Leesdossier
  • Hoofdmotief: belangrijkste onderwerp van het gehele verhaal.
  • Zoek naar verbanden tussen patronen. 
  • Leg uit waarom je voor dit motief hebt gekozen. 

  • Bijvoorbeeld bij Zwarte Zwaan:
  • Geweld, want de patronen messen, scharen en bloed hebben ermee te maken. Deze patronen komen regelmatig terug in het boek. 

Slide 5 - Slide

Algemene schrijftips
  • De tekst moet uit minimaal 100 woorden bestaan. Anders geen punten voor conventies.
  • Lees de situatieschets en markeer de informatie die je kunt gebruiken in je e-mail. 
  • Haal zoveel mogelijk informatie uit de situatieschets.
  • Schrijf zoveel mogelijk woorden over uit de situatieschets. Hiermee beperk je het risico op taalfouten.
  • Schrijf alleen in de opdracht wat er echt moet staan. Ga niet zelf informatie erbij verzinnen.
  • Houd je aan de opdracht.
  • Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.
  • Maak de zinnen niet te lang.

Slide 6 - Slide

Aan de slag....
  • Lees de situatieschets.
  • Schrijf de rest van de e-mail van examen 2023-ll op papier.
  • 25 min. in stilte. 
  • Geschreven e-mail aan het einde van de les inleveren. 
  • 13 punten = 39 minuten op het examen. Inclusief de opdracht lezen, maken en controleren. 
  • Eerder klaar? Ga in je boek lezen of werken aan je leesdossier in stilte. 

Slide 7 - Slide

Samenstellingen bij zelfstandige naamwoorden
  • Nederlands: zoveel mogelijk woorden aan elkaar schrijven (langeafstandsloper)
  • Het laatste woord is bepalend voor de betekenis en lidwoord. 
  • Let op het betekenisverschil bij het los of aan elkaar schrijven van een samenstelling. 
  • Je kunt er de, het of een (lidwoorden) ervoor zetten. 



Slide 8 - Slide

Regels voor andere samenstellingen
  • Bijvoeglijke naamwoorden die beginnen met super (supermooi, superveel).
  • Samengestelde werkwoorden met voorzetsels op, over, na en uit (opruimen, overgaan, uitzenden). 
  • Woorden met de getallen honderd en duizend (tachtigduizend, vijftienhonderd)
  • Voorzetsels met er-, daar-, hier- en waar- (ermee, waardoor, hierdoor). 
  • Twee voorzetsels achter elkaar (tussendoor, bovenop). 

Slide 9 - Slide

Waarin maakt de spatie verschil in betekenis?

Slide 10 - Slide

Waarin maakt de spatie verschil in betekenis?

Slide 11 - Slide

Het dictee der Nederlandsche samenstellingen
Schrijf de zinnen op die je hoort. 
Denk aan de juiste spelling en de juiste leestekens. 
Let vooral op samenstellingen en werkwoordspelling. 

Slide 12 - Slide

Antwoorden dictee
  1. • Het cijfer voor mijn examen Nederlands is voor mij superspannend, het is erop of eronder.
  2. • Of ik nu tien of tienduizend keer oefen met werkwoordspelling, het wordt niet beter.
  3. • Het nalopen van je zakelijke e-mail is bij de toets heel erg belangrijk.
  4. • Mijn social-media-ervaring is verbeterd sinds de komst van filters.

Slide 13 - Slide