Kapitel 5 les 4

1 / 19

Slide 1: Slide

DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Lesson duration is: 115 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Kapitel 2 les 2

Leerdoelen:

- Deutsch hören

- Nieuwe grammatica

- Nieuwe woorden

Sehen

Easy German

Frage: Welche Getränke bekommen sie?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Kapitel 5

Overhoren Wörter A & C

Wörter Seite 169 - D>N

D & H samen lezen

werkwoord vervoegen: schaffen - ott& voltooid deelw.

Slide 4 - Slide

Vertaal:
1. die Ausbildung
2. der Schinken
3. die Zwiebel

Slide 5 - Mind map

Vertaal:
1. die Geschwindigkeit
2. die Zutat
3. der Käse

Slide 6 - Mind map

Lesen Aufgabe 7, 8 (H2B) Seite 142 - mondeling

Machen Aufgabe 11

Hören Aufgabe 12

Herhalen Grammatik

Slide 7 - Slide

Uitleg: de/het -> een/geen

Regel

1. der Mann die Frau das Kind die Brote

een= een= een=

geen= geen= geen= geen=

Nakijken Aufgabe 17, 18,

Maken Aufgabe 19

Slide 8 - Slide

Neue Grammatik;

der Mann = hij =

die Frau = zij (enk) =

das Kind = het =

die Kinder = zij(mv) =

Slide 9 - Slide

Het bezittelijk vnw/ de ein- groep - Seite 153

ein/eine - een De woorden geven een bezit aan.

kein - geen Bij die vwl en die meervoud een e

mein - mijn jas toevoegen

dein - jouw jas

sein - zijn jas

ihr - haar jas

unser - ons/onze jas

euer - jullie jas

ihr - hun jas

Ihr - uw jas

Slide 10 - Slide

Vertaal:

1. der Bruder - mijn

2. die Mutter - zijn

3. das Kind - haar

4. die Brote (mv) - uw

Maak:

Aufgaben 19, 21 t/m 25

of duolingo of Nicos weg

Slide 11 - Slide

Hausaufgaben : Kapitel 5

Leren Wörter- Seite 169 D & H

Maken Aufgabe 20 t/m 24 Seite 153

Slide 12 - Slide

Sprechen Aufgabe 8 - let op je uitspraak

Seite 71

Aufgabe 10 - tegenstellingen ( ook in de toets)

groß klein

Slide 13 - Slide

Uitleg geslacht zelfstandig naamwoord:

1. mannelijk - mannelijke dieren en personen - der Stier

2. vrouwelijk - alle vrouwelijke dieren en personen - die Kuh

( -e) woorden die eindigen op:

-heit ---------die Freiheit

-keit

-schaft ------ die Ortschaft

-ion

-ung

3. onzijdig - als je het voor het zelfst. nw kan zetten

het lied - das Lied

Voor verkleinwoorden die eindigen op -chen en -lein ----- das Kaninchen

Slide 14 - Slide

Oefen nu:

1. ................. Kind

2. ................ Vater

3. ................ Wirklichkeit

4. ............... Adresse

5. ............... Hahn

6. ............... Landschaft

7. ................ Mädchen

Slide 15 - Slide

Oefen nu zelf: Maak het meervoud

1. das Tier - die

2. der Hund - die

3. die Kuh - die

4. das Handy - die

5. die Zeitung -

6. der Lehrer -

7. das Auto -

Maak als er tijd over is Seite 178/179 - Aufgabe 1,2,3,4

Slide 16 - Slide

Meervouden - Seite 98

1. mannelijk: " + e dus: der Sohn - die Söhne

2. vrouwelijk: + n of + en dus: die Frau -die Frauen

die Schwester- die Schwestern

3. onzijdig: + e dus: das Schaf - die Schafe

Uitzonderingen: 1. Mannelijke en onzijdige woorden die eindigen op el/en/er blijven in het meervoud onveranderd

dus; der Wagen - die Wagen

Uitzonderingen 2. Woorden die eindigen op y, a,i,o krijgen vaak een -s

dus: das Taxi - die Taxis

Slide 17 - Slide

Hausaufgaben

Lernen Wörter A Seite 96 - 1e rij

Wiederholung 3: Aufgabe 1 t/m 4 - Seite 178/179

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide