Welk van de onderstaande uitspraken is het meest van toepassing op de tekst?
A) het is een aanvaardbaar betoog, want de schrijfster gebruikt goede argumenten en weerlegt de belangrijkste tegenargumenten.
B) het is een betwistbaar betoog, want de schrijfster gebruikt geen goede argumenten.
C) het is een betwistbaar betoog, want de schrijfster gebruikt geen goede argumenten en weerlegt de tegenargumenten niet afdoende.
D) het is een redelijk betoog, want de schrijfster gebruikt goede argumenten, maar weerlegt de tegenargumenten niet afdoende.