Ruimtefiguren 1.2

Ruimtefiguren 1.2
1 / 17
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Ruimtefiguren 1.2

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Vandaag gaan we uitgebreid kijken naar de kenmerken van een kubus.

Slide 2 - Slide

Kenmerken kubus
Een kubus heeft:

Slide 3 - Slide

Kenmerken kubus
Een kubus heeft:
- 6 platte zijvlakken

Slide 4 - Slide

Kenmerken kubus
Een kubus heeft:
- 6 platte zijvlakken
- 8 hoekpunten

Slide 5 - Slide

Kenmerken kubus
Een kubus heeft:
- 6 platte zijvlakken
- 8 hoekpunten
- 12 ribben


Slide 6 - Slide

Kenmerken kubus
Een kubus heeft:
- 6 platte zijvlakken
- 8 hoekpunten
- 12 ribben

Ribben zijn de randen van de platte
zijvlakken

Slide 7 - Slide

Kenmerken kubus
Hoe noteren we nou de naam 
van een kubus?

Slide 8 - Slide

Kenmerken kubus
Hoe noteren we nou de naam 
van een kubus?
1. We noteren eerst het ondervlak:

Slide 9 - Slide

Kenmerken kubus
Hoe noteren we nou de naam 
van een kubus?
1. We noteren eerst het ondervlak:
ABCD

Slide 10 - Slide

Kenmerken kubus
Hoe noteren we nou de naam 
van een kubus?
1. We noteren eerst het ondervlak:
ABCD
2. Dan noteren we het bovenvlak:

Slide 11 - Slide

Kenmerken kubus
Hoe noteren we nou de naam 
van een kubus?
1. We noteren eerst het ondervlak:
ABCD
2. Dan noteren we het bovenvlak:
EFGH

Slide 12 - Slide

Kenmerken kubus
Hoe noteren we nou de naam 
van een kubus?
1. We noteren eerst het ondervlak:
ABCD
2. Dan noteren we het bovenvlak:
EFGH
Dit doen we altijd van linksonder naar linksboven

Slide 13 - Slide

Kenmerken kubus
Hoe noteren we nou de naam 
van een kubus?
1. We noteren eerst het ondervlak:
ABCD
2. Dan noteren we het bovenvlak:
EFGH
Dit doen we altijd van linksonder naar linksboven
Deze kubus heet dus ABCD EFGH

Slide 14 - Slide

Kenmerken kubus
Kubus PQRS TUVW is getekend zonder letters bij de hoekpunten.

Wie kan mij helpen? 

Slide 15 - Slide

Kubus tekenen

Slide 16 - Slide

Opdrachten
Ga lekker aan de slag met de volgende opdrachten:
21, 22 en 23. 
VInd je het lastig? Oefen met opdracht L4.
Vind je het makkelijk? Daag jezelf uit met opdracht 24.

Slide 17 - Slide