Wonderlijke weetjes en fascinerende feiten over de Romeinen - les 2

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 7,8

Julius Caesar

In deze lessenreeks staat het boek 'Wonderlijke weetjes en fascinerende feiten over de Romeinen' centraal. In de eerste les hebben de leerlingen kennis gemaakt met de Romeinen. Wie zijn dat? Wat doen zij? Wanneer leefden zij? En hoe zag dat eruit? In de lessen hierna wordt er ingezoomd op een bepaald onderdeel uit de tijd van de Romeinen. In deze les is dat Julius Caesar, een belangrijke heerser van het Romeinse Rijk. 

Wat weet je
al over Julius Caesar?

Wat weten de leerlingen al over Julius Caesar? Hebben ze al eens over hem gehoord? Wat voor rol had hij binnen het Romeinse rijk? In de introductieles is Julius Caesar al een keer kort aan bod gekomen. Wat hebben de leerlingen daarvan onthouden? En welke kennis over deze heerser hebben de leerlingen zelf al? Heermee wordt de voorkennis van de leerlingen geactiveerd. 

Kijkvragen

1. Wat is de senaat denk je?
2. Wat is een dictator?
3. Wat betekenden rode schoenen in de tijd van de Romeinen?
4. Waarom wilde Cleopatra dat haar broer zou verdrinken?
5. Hoe heet de zoon van Julius Caesar en Cleopatra? 

Voorafgaand aan het kijken van de video geef je de kinderen kijkvragen mee. Zo kunnen ze gerichter luisteren. De antwoorden op de kijkvragen vind je in de notities van slide 5. 

Het filmpje over Julius Caesar wordt klassikaal gekeken. Door het kijken van dit filmpje krijgen de leerlingen een globaal beeld van wie Julius Caesar was. In de volgende slide benoemen de leerlingen welke dingen uit het filmpje zij voor het kijken nog niet wisten. Je kan dit eventueel voorafgaand aan het kijken benoemen, zodat de leerlingen gerichter kunnnen luisteren. 

Kijkvragen

1. Wat is de senaat denk je?
2. Wat is een dictator?
3. Wat betekenden rode schoenen in de tijd van de Romeinen?
4. Waarom wilde Cleopatra dat haar broer zou verdrinken?
5. Hoe heet de zoon van Julius Caesar en Cleopatra? 

Bespreek de antwoorden op de kijkvragen klassikaal. 

Antwoorden: 

1. Een college die de staatshoofd assisteerden. 

2. Een alleenheerser. 

3. Dat is als in de koningstijd. Alleen de koning mocht rode schoenen dragen. 

4. Zodat zij zelf de macht kon krijgen. 

5. Caesar. 

Wat gaan we doen?

• Luister naar het verhaal. 
• Let op! We spelen dadelijk een quiz. Alle antwoorden zijn in het verhaal te horen. 

Bij deze slide geef je aan wat de kinderen kunnen verwachten. Daarnaast zorg je ervoor dat ze hun oren spitsen voor het verhaal wat bij de volgende dia volgt. 

Voorlezen

Blz. 20 t/m 23 - Julius Ceasar

Bij deze dia wordt een stuk uit het boek, 'wonderlijke weetjes en fascinerende feiten over de Romeinen', over Julius Caesar voorgelezen. De kinderen doen zo kennis op over deze heerser. In volgende slides nemen de kinderen deel aan een quizje over het verhaal dat ze hebben gehoord. 

De leerlingen nemen deel aan de quiz via hun Chromebook/Tablet/enz. De antwoorden op de vragen zijn te vinden in het verhaal wat in de vorige dia aan de leerlingen is voorgelezen. Welke dingen uit het verhaal zijn blijven hangen? Door deze quiz te maken worden de belangrijkste feiten uit het verhaal nog eens doorlopen, wat ook weer voor herhaling zorgt. 

Hoe herken je Julius Caesar vooral?

1. Er was een stuk van zijn oor.
2. Aan zijn kromme neus.
3. Hij was kaal.
4. Hij had een scheve mond.

Wat deelde Julius Ceasar uit aan het volk na een veldslag? (vul 3 dingen in)

Een bekende uitspraak van Julius Caesar was: ''veni, vidi, vici!'' Wat betekenen deze woorden?

Wie was de minnares van Julius Caesar?

1. Odin
2. Hera
3. Cleopatra
4. Athena

Wat was de manier waarop Julius Caesar na een tijdje ging regeren?

Hij liet andere mee beslissen (democratie).

Hij deed het vooral alleen.

Wat heb je geleerd
over Julius Caesar?

Er wordt teruggekeken naar de les. Wat hebben de leerlingen geleerd over Julius Caesar? Wat is ze bijgebleven uit deze les? Er wordt klassikaal geëvalueerd.