Het koelmiddel wordt afgekoeld en vervolgens samengeperst. Hierbij wordt warmte toegevoegd aan de omgeving.
B
Het koelmiddel wordt samengeperst waardoor het warm wordt, vervolgens wordt het afgekoeld en weer verdampt. Hierbij wordt warmte onttrokken aan de omgeving.
C
Het koelmiddel verdampt en wordt vervolgens samengeperst. Hierbij wordt warmte onttrokken aan de omgeving.
D
Het koelmiddel verdampt en wordt vervolgens afgekoeld. Hierbij wordt warmte toegevoegd aan de omgeving.
Slide 26 - Quiz
Welke onderdelen moeten gekoeld worden aan boord?
A
De brandstoftanks en de ankers.
B
Proviand, leefruimtes, elektronica en regellucht.
C
De watertoevoer en de verlichting.
D
De motoren en de ladingbehandeling.
Slide 27 - Quiz
Waarom hebben we koel- en vriestechniek aan boord nodig?
A
Om proviand, leefruimtes, elektronica en regellucht koud te houden.
B
Om de motoren te koelen.
C
Om de ladingbehandeling te regelen.
D
Om de watertoevoer te regelen.
Slide 28 - Quiz
Aan de slag:
in Teams staan bij het lesmateriaal pdf's over dit onderwerp, het staat niet in ons boek.
maken vragenbundel opgave 32 en 33
in Moodle staat een voortgangstoets klaar om je kennis tot nu toe te testen P4 - 1