6.1A

Rekenen met 
procentuele toename 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Rekenen met 
procentuele toename 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Een ticket voor het pretpark kost 20 euro maar wordt 18% duurder. Hoe duur is het ticket nu?

Slide 12 - Open question

Een ticket voor het pretpark kost 20 euro maar wordt 18% duurder. Hoe duur is het ticket nu?
typ in je rekenmachine:

20 + 0,18 x 20 = 23,6

Het ticket kost dus 23,60 euro

Slide 13 - Slide

Vorig jaar waren 1045 mensen lid van de sportvereniging. Dit jaar zijn dat er 6,4% meer. Hoeveel mensen zijn nu lid?

Slide 14 - Open question

Vorig jaar waren 1045 mensen lid van de sportvereniging. Dit jaar zijn dat er 6,4% meer. Hoeveel mensen zijn nu lid? 
Let op:          6,4% =          = 0,064


Dus 1045 + 0,064 x 1045 =   1111,88

Dus er zijn nu 1112 mensen lid
1006,4

Slide 15 - Slide

Rekenen met 
procentuele afname 

Slide 16 - Slide

Een pak koffie kost 1,50 euro. Volgende week is het pak 14% goedkoper. Hoe rekenen we dat uit?
A
1,50+0,141,50
B
1,500,141,50
C
1,500,141,50
D
1,501,500,14

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Een telefoon kost 253 euro. Hij is nu met 15% korting. Hoeveel kost de telefoon?

Slide 23 - Open question

Een telefoon kost 253 euro. Hij is nu met 15% korting. Hoeveel kost de telefoon?
253 - 0,15 x 253 = 215,05

De telefoon kost dus 215,05 euro

Slide 24 - Slide


Ik kan aan de slag met opdrachten
Ik heb nog een vraag

Slide 25 - Poll