Bevolking in Nederland

Bevolking Hoofdstuk 5
  • Startopdracht
  • Uitleg bevolkingsopbouw en -ontwikkeling.
  • opdracht

Doel: De student kan aan het einde van deze bijeenkomst de ontwikkelingen in de bevolking beschrijven en verklaren.


Waar gaat de krantenkop volgens jou over?
Welke informatie heb je nodig om de krantenkop te begrijpen?
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMBOStudiejaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bevolking Hoofdstuk 5
  • Startopdracht
  • Uitleg bevolkingsopbouw en -ontwikkeling.
  • opdracht

Doel: De student kan aan het einde van deze bijeenkomst de ontwikkelingen in de bevolking beschrijven en verklaren.


Waar gaat de krantenkop volgens jou over?
Welke informatie heb je nodig om de krantenkop te begrijpen?

Slide 1 - Slide

Wat zie je? Waar is dit? Waar komen de mensen vandaan, waar gaan ze naartoe? Zou jij hier willen wonen?

Slide 2 - Slide

Deze begrippen moet je al weten (dit leg ik niet uit)
Geboortecijfer
Sterftecijfer
Migratie (binnenlands en buitenlands: emigratie en immigratie) 
Bevolkingsdichtheid
Bevolkingsspreiding

Hoe worden deze begrippen getoetst?

Slide 3 - Slide

Waarom wonen er bij de pijl op de kaart zo weinig mensen?
A
Hier is een hooggebergte
B
Hier zijn uitgestrekte moerassen en meren
C
Hier is het klimaat te koud
D
Hier is de grond zeer onvruchtbaar

Slide 4 - Quiz

In de jaren vijftig zijn veel Nederlanders geëmigreerd naar Australië. Naar welk land verhuisden er toen ook veel Nederlanders?
A
Indonesië
B
Suriname
C
Nederlandse Antillen
D
Verenigde Staten

Slide 5 - Quiz

Tijd voor theorie
Bevolkingsopbouw en ontwikkeling

Slide 6 - Slide

Demografische transitie: 
alle landen zitten ergens in deze transitie 

Slide 7 - Slide

fase A of pre-transitie
Agrarische fase
Hoog geboorte- en sterftecijfers. 
Lage bevolkingsgroei.

Mensen werden niet oud!
- veel infectieziekten
- slechte hygiëne
- hoog kindersterfte

Geen landen meer in deze fase

Slide 8 - Slide

Fase B 
Proletarische fase
Hoog geboortecijfer
Steftecijfer daalt
De bevolkingsgroei neemt toe door groter wordend geboorteoverschot!
De bevolking groeit hard. 
Veel kinderen (groene druk)

Betere gezondheidszorg (vaccinaties) en betere hygiëne door schoon drinkwater en riolering.
Bijvoorbeeld: Angola en Tjaad

Slide 9 - Slide

Fase C 
Moderne fase
Sterftecijfer daalt en stabiliseert.
Geboortecijfer daalt hard.
Bevolkingsgroei neemt af! 
De bevolking groeit steeds minder hard, afnemend geboorteoverschot.

Minder kinderen nodig
Kinderen (meisjes) gaan langer naar school.
Later ook voorbehoedsmiddelen, dus nog minder kinderen.
Bijvoorbeeld Indonesië en Zuid-Afrika

Slide 10 - Slide

Fase D of 
post transitie fase
De bevolking stabiliseert.
Een laag geboorte- en sterftecijfer. 
(Bijna) geen bevolkingsgroei

Veel ouderen door goede gezondheidszorg. 
Vergrijzing neemt toe.
(grijze druk)

Bijvoorbeeld: ontwikkelde landen zoals Nederland

Slide 11 - Slide

Fase E
Postmoderne fase
Nieuwe fase
Door vergrijzing (steeds meer ouderen) stijgt het sterftecijfer.

Sterftecijfer hoger dan geboortecijfer
De bevolking krimpt!

Bijvoorbeeld Japan en Duitsland

Slide 12 - Slide

Let op!
De bevolkingsomvang wordt niet alleen bepaald door geboorte- en sterftecijfer, maar ook door migratie.
Dus: Een bevolking met een hoger sterftecijfer dan sterftecijfer kan toch groeien door migratie.

Slide 13 - Slide

"In deze wijk neemt de bevolking af. Dat komt door het vertrekoverschot."
Bij welke wijk past bovenstaande beschrijving?
A
wijk 1
B
wijk 2
C
wijk 3
D
wijk 4

Slide 14 - Quiz

Leeftijdsdiagram / bevolkingsdiagram 
Laat de samenstelling van een bevolking zien naar leeftijd verdeeld over mannen en vrouwen.

De vorm vertelt jouw wat er gebeurt, en wat er is gebeurd.

Slide 15 - Slide

fase A of pre-transitie
Agrarische fase
Hoog geboorte- en sterftecijfers. 
Lage bevolkingsgroei.

Mensen werden niet oud!
- veel infectieziekten
- slechte hygiëne

Slide 16 - Slide

Fase B 
Proletarische fase
Hoog geboortecijfer
Steftecijfer daalt
De bevolkingsgroei neemt toe! 
De bevolking groeit hard. 
Veel kinderen (groene druk)

Betere gezondheidszorg (vaccinaties) en betere hygiëne door schoon drinkwater en riolering.

Slide 17 - Slide

Fase C 
Moderne fase
Sterftecijfer daalt en stabiliseert.
Geboortecijfer daalt hard.
Bevolkingsgroei neemt af! 
De bevolking groeit steeds minder hard.

Minder kinderen nodig
Later ook voorbehoedsmiddelen, dus nog minder kinderen.

Slide 18 - Slide

Fase D of post transitie

De bevolking stabiliseert. Een laag geboorte- en sterftecijfer. 
(Bijna) geen bevolkingsgroei

Veel ouderen door goede gezondheidszorg. 
Vergrijzing neemt toe.
(grijze druk)

Slide 19 - Slide

Wat valt op?
Bevolkingsdiagrammen vertellen iets over de geschiedenis

Slide 20 - Slide

Op welke plek in het transitiemodel hoort het leeftijdsdiagram? Sleep de bevolkingsgrafiek naar het juiste deel van het model .

Slide 21 - Drag question

Vragen?
opdracht

Slide 22 - Slide

Opdracht
1) In welke fase van het demografische transitiemodel zitten Ethiopië, Bolivia en Oostenrijk?
2) Leg uit waarom je dit denkt.
3) Zoek in de atlas gegevens die jouw antwoord onderbouwen. Gebruik daarvoor kaarten over de bevolking.

Slide 23 - Slide

Exit ticket: Op welke plek in het transitiemodel bevinden Ethiopië, Bolivia en Oostenrijk zich? Sleep de naam naar het juiste deel van het model .

Ethiopië
Bolivia
Oostenrijk

Slide 24 - Drag question

Huiswerk
Bekijk de volgende twee filmpjes op youtube.
kanaal van Aardrijkskunde bijles: 
  • Uitleg van bevolkingsdiagrammen: piramide, klok/granaat/toren en ui of urn vorm.
    https://www.youtube.com/watch?v=29-QDsdUo4U
  • Demografisch Transitiemodel
    https://www.youtube.com/watch?v=bapJU39SrDM
  • Oefen met de cito 100 van de wereld: https://www.topomania.net/map/Wereld%20CITO%20100

Slide 25 - Slide