Het LAMMETJE dat een VARKEN is

• Taal
• Basisschool
• Groep 1,2

In de SCHAPENWEI

grazen de schapen.

Ze eten gras en lopen rond in

hun mooie, witte trui van wol.

In de BIGGENPOEL

liggen de VARKENS.

Ze rollen door de modder 

en doen verder niet zo veel.

MAAR WAT IS DAT?

Een lammetje in de modder?

"Wat een gek lam!" 

roepen de schapen.

"Wat een raar lam!" 

roepen de varkens.

"IK BEN NIET GEK!"

roept het lammetje.

"Ik ben een varkentje!" 

En hij rolt nog eens door de modder.

"Ha, ha!" lachen de schapen. 

"Dan zijn wij vliegtuigen."

Ze springen hoog in de lucht 

en maken vliegtuiggeluiden.

ZWOESJJJ!!!

"Ha, ha!" lachen de varkens. 

"Dan zijn wij motorboten."

Ze schuiven op hun rug door de modder

 en maken motorbootgeluiden.

WRRRRRR!!!

DE BOER SNAPT HET OOK NIET.

Een schaap dat in de modder wil rollen?

Dat kan helemaal niet!

Hier moet een dierenarts naar kijken.

HET LAMMETJE SNAPT HET NIET.

Hij is toch gewoon een varkentje?

Rollen in de modder is zo fijn!

Eén beetje gras eten en rondlopen 

in een schone trui?

Dat is niets voor hem.

"WAT HEBBEN WE HIER?"

vraagt de dierenarts aan de boer.

"Een bijzonder schaap," antwoordt de boer.

"Hij wil alleen maar in de modder rollen."'

"Zeg eens bèèèh?" vraagt de dierenarts aan het lammetje.

Dat doet het lammetje niet. Hij zegt "Oink."

Met een stethoscoop luistert 

de dierenarts naar de buik

van het lammetje.

"Hm," zegt hij.

Met een thermometer neemt

de dierenarts de temperatuur

van het lammetje op.

"Hm," zegt hij.

Met een hamertje tikt

de dierenarts op de knie

van het lammetje.

"Hm," zegt hij.

"Weet je wat het is, boer?" zegt de dierenarts.

"DIT IS HELEMAAL GEEN LAM,

DIT IS EEN VARKENTJE."

"Dat begrijp ik niet," zegt de boer.

"Hij ziet er toch uit als een lammetje?"

"Alleen van buiten," zegt de dierenarts.

"Niet aan de binnenkant.

Maar daar kunnen we iets aan doen."

Hij pakt een scheerapparaat.

"WIL JE DIT ECHT?" vraagt de dierenarts.

"Ja, want ik ben een varkentje," zegt het lammetje.

De dierenarts begint het lammetje te scheren.

Er valt steeds meer wol op de grond.

Nu komt zijn echte huid tevoorschijn.

"Zo," zegt de dierenarts. 

"Zie je de kleur boer?"

De boer kijkt. "HIJ IS ROZE!"

"Ja," antwoordt de dierenarts. 

"VARKENTJESROZE."

"Je hebt gelijk!" roept de boer. 

Dan wijst hij naar het staartje.

"Dat klopt nog niet helemaal."

"O, dat is zo gedaan," zegt de dierenarts. 

Hij pakt een krultang

en maakt een mooie, sierlijke krul in het staartje.

Nu rolt het varkentje

dat nooit een lammetje was,

heerlijk door de modder.

EN DE SCHAPEN?

Die zeggen: "Wat een mooi varkentje!"

EN DE VARKENS?

Die roepen: "Wat een leuk varkentje!"

EINDE