Hoofdstuk 13 samenvatting

Samenvatting hoofdstuk 13

Vlakke figuren
1 / 44
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Samenvatting hoofdstuk 13

Vlakke figuren

Slide 1 - Slide

Leerdoelen paragraaf 13.1:
  • Je leert hoe je aan figuren ziet dat ze spiegelsymmetrisch zijn.
  • Je leert hoe je bij figuren de symmetrieas tekent.
  • Je leert hoe je aan figuren ziet dat ze draaisymmetrisch zijn.
  • Je leert hoe je berekent over hoeveel graden een figuur draaisymmetrisch is.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Spiegelsymmetrisch / lijnsymmetrisch
Vlakke figuren zijn spiegelsymmetrisch wanneer twee helften elkaars spiegelbeeld zijn. 





De spiegellijn = de symmetrieas.

Er kan meer dan ÊÊn symmetrieas zijn.

Slide 4 - Slide

Spiegelsymmetrisch / lijnsymmetrisch

Hoe kun je dat ontdekken? 

Bijvoorbeeld door
het figuur dubbel te vouwen 
of
door een spiegel te gebruiken





Slide 5 - Slide

Draaisymmetrisch
Een figuur die na een halve draai of minder op zichzelf past noem je draaisymmetrisch


Slide 6 - Slide

Draaisymmetrisch
Een figuur die na een halve draai of minder op zichzelf past noem je draaisymmetrisch



Bereken van de figuren hiernaast de kleinste draaihoek.







Het figuur is na 1/3e
draai weer zichzelf.

1/3 x 360 = 120 graden.








Het figuur is na 1/5e
draai weer zichzelf.

1/5 x 360 = 72 graden.

Slide 7 - Slide

De digitale getallen hiernaast zijn
draaisymmetrisch. Hoe groot is de
draaihoek? Vul in op de puntjes:
.... graden


Slide 8 - Open question

Welke symmetrie herken je in de cijfers hieronder?
Geen symmetrie
lijnsymmetrisch
draaisymmetrisch

Slide 9 - Drag question


Hoe ging dit leerdoel voor je gevoel? 

Meer oefening nodig? Maak opdracht S1  op blz. 230
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

Leerdoelen paragraaf 13.2:
  • Ik kan de bijzondere driehoeken en vierhoeken herkennen.

Slide 11 - Slide

Welke bijzondere driehoeken zijn er om ons heen?

Slide 12 - Slide

Rechthoekige driehoek
Gelijkbenige driehoek
Gelijkzijdige driehoek
EÊn van de hoeken is  90 graden.
Twee van zijden even lang.
Alle zijden even lang.
Heeft geen symmetrieas.
De hoeken die even groot zijn heten de basishoeken. De andere hoek heet de tophoek.
Alle hoeken even groot.
De symmetrieas verdeelt de driehoek in 2 rechthoekige driehoeken.
Heeft 3 symmetrieassen en is draaisymmetrisch.

Slide 13 - Slide

Gelijkzijdige driehoek 
Gelijkbenige driehoek 
Rechthoekige driehoek 
1 symmetrie as 
3 symmetrie assen
0 symmetrie assen

Slide 14 - Drag question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Vlieger
Ruit
Parallellogram
EÊn diagonaal is de symmetrieas.
Twee symmetrieassen.
Draaisymmetrisch
Twee keer twee zijden gelijk.
Alle zijden gelijk
Overstaande zijden gelijk.
-

A
B
C
D
∠B=∠D
E
F
G
H
I
J
K
L
∠E=∠G
∠F=∠H
∠I=∠K
∠J=∠L

Slide 17 - Slide

Verbind de soort vierhoek met de juiste naam
Ruit
Parallellogram
Vlieger
Vierkant
Rechthoek

Slide 18 - Drag question


Hoe ging dit leerdoel voor je gevoel? 

Meer oefening nodig? Maak opdracht S2 & S3
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Leerdoelen paragraaf 13.3:
  • Je leert hoe je bij 2 of meer snijdende lijnen de hoeken berekent.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Gestrekte hoek 
Hoe groot is               ?
∠P2
=180°
∠P1+∠P2=180°
(Gestrekte hoek)
∠P2=180−140=40°

Slide 22 - Slide

Overstaande hoek

Wanneer twee lijnen elkaar snijden dan zijn de overstaande hoeken gelijk.

Slide 23 - Slide

Overstaande hoek

Bereken         ,           en 


∠N3
Maak gebruik van de gestrekte hoek, overstaande hoek en/of volle hoek.
                                       
                                                  (Gestrekte hoek)


                                   (Overstaande hoek)

                                   (Gestrekte hoek)

∠N5
∠N4
∠N1+∠N2+∠N3=180°
∠N3=180−86−71=23°
∠N4=∠N1=86°
∠N1+∠N5=180°
∠N5=180−86=94°
Let op! Hoek 5 is geen overstaande hoek van hoek 2, want hoek 3 zit er nog tussen.

Slide 24 - Slide

Volle hoek

=360°
∠N1+∠N2+∠N3+∠N4+∠N5=360°
86+71+23+86+94=360°

Slide 25 - Slide


Hoe ging dit leerdoel voor je gevoel? 

Meer oefening nodig? Maak opdracht S4
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Leerdoelen paragraaf 13.4:
  • Je leert inhoud berekenen van balkvormige figuren

Slide 27 - Slide

Hoekensom driehoek 

Bereken 
=180°
∠E
∠D+∠E+∠F=180°
∠E=180−90−36=54°

Slide 28 - Slide

Hoekensom vierhoek 

Bereken 
=360°
∠N
∠K+∠L+∠M+∠N=360°
∠N=360−60−109−86=105°

Slide 29 - Slide


Bereken



Probeer het eerst zelf.
Op de volgende slide staat de uitwerking zoals het op de toets ook moet.
∠S1

Slide 30 - Slide

Bereken
Ga eerst opzoek naar 'hulphoeken'.
Gebruik            (zonder getal) om        
 te berekenen.

Berekening:




                              (Gestrekte hoek)

∠S1
∠S1
∠S
∠C+∠D+∠S+∠E=360°
∠S=180−90−90−42=138°
∠S+∠S1=180°
∠S1=180−138=42°

Slide 31 - Slide


Hoe ging dit leerdoel voor je gevoel? 

Meer oefening nodig? Maak opdracht S5
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Leerdoelen paragraaf 13.5:
  • Je leert spiegelen in een lijn en in een punt. 

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Link

Lijnspiegeling

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Puntspiegeling
De lijn waarin je spiegelt is de symmetrieas.


Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video


  • Laat de stippellijnen staan
  • Geef de rechte hoeken aan met het rechte hoek teken
  •  Geef lijnen met gelijke afstanden aan met een enkel of dubbel streepje.

Slide 39 - Slide


Hoe ging dit leerdoel voor je gevoel? 

Meer oefening nodig? Maak opdracht S6
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll


Ik ben voldoende voorbereid op de toets:
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll


De uitleg in de klas was goed te volgen:
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Poll


Het cijfer van de toets wordt voldoende: 
😒🙁😐🙂😃

Slide 43 - Poll

VEEL SUCCES BIJ HET MAKEN VAN DE TOETS!

Slide 44 - Slide