What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Steden en hun omgeving
Steden en hun omgeving
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
25 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Steden en hun omgeving
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kent de verschillen tussen de soorten stadswijken
Je kunt de verschillen tussen de stadswijken verklaren
Je kunt stadswijken uit vijf verschillende perioden herkennen
Je kunt de verschillen tussen de stadswijken uit vijf verschillende perioden verklaren
Je kunt stadswijken uit zes verschillende perioden herkennen
Je kunt de verschillen tussen de stadswijken uit zes verschillende perioden verklaren
Slide 2 - Slide
Stad en platteland
Vroeger een duidelijke scheiding tussen stad en platteland.
De stad heeft invloed op het platteland rondom de stad, noemen we overgangsgebied.
Slide 3 - Slide
Stedelijke uitbreiding
De stad slokt de omliggende dorpjes op.
Voorbeeld: Groningen en Hoogkerk
Noemen we een agglomeratie
Slide 4 - Slide
Stedelijk netwerk
stadsgewest
De dorpjes erom heen hebben een sterke relatie met de grote stad in het midden. Voor: voorzieningen, werkgelegenheid ed.
stedelijk netwerk
Stadsgewesten komen steeds dichter bij elkaar te liggen. Er zijn nauwe contacten tussen.
Slide 5 - Slide
Maastricht - Heerlen
Rotterdam - Den Haag - Amsterdam
Hengelo - Enschede
Eindhoven - TIlburg
Groningen - Assen
Arnhem - Nijmegen
Slide 6 - Drag question
Slide 7 - Slide
Welk begrip heert hier bij?
A
Stad
B
Agglomeratie
C
Stadsgewest
D
Stedelijk netwerk
Slide 8 - Quiz
Een gebied met weinig bebouwing en veel open ruimte noem je?
A
Stad
B
Verstedelijking
C
Landelijk gebied
D
Agglomeratie
Slide 9 - Quiz
Een kenmerk van het platteland is?
A
Er zijn veel voorzieningen
B
Verstedelijking
C
Agglomeratie
D
Er zijn weinig voorzieningen
Slide 10 - Quiz
Hoe noem je Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht samen?
A
Stadsgewest
B
De Randstad
C
Agglomeratie
D
Het Groene hart
Slide 11 - Quiz
Welk begrip?
A
Stad
B
Agglomeratie
C
Stadsgewest
D
Stedelijk gebied
Slide 12 - Quiz
Dit zijn kenmerken van een arbeiderswijk
A
Goedkope woningen die slecht zijn onderhouden
B
Villawijken met grote vrijstaande huizen
C
Flats met alleen maar huurwoningen
D
Kleine woningen die in rijen aan elkaar zijn gebouwd
Slide 13 - Quiz
Arbeiderswijken zijn het gevolg van:
A
Het slopen van de stadsmuren
B
Re-urbanisatie
C
Een hongersnood op het platteland
D
De uitvinding van de stoommachine
Slide 14 - Quiz
Waar herken je een arbeiderswijk aan?
A
Veel bomen en parken
B
Kleine woningen in rijtjes
C
Grote huizen
D
De woningen zijn aan de rand van de stad gebouwd
Slide 15 - Quiz
Tuinwijk
A
Een wijk die na 1850 dicht bij het stadscentrum werd gebouwd met kleine woningen voor fabrieksarbeiders.
B
Een woning die groot genoeg is voor een gezin.
C
Een wijk met lage eengezinswoningen met een voor- en achtertuin in een groene omgeving, gebouwd tussen 1900 en 1940.
D
Een wijk aan de rand van de stad met verschillende soorten eengezinswoningen en veel ruimte en groen
Slide 16 - Quiz
Ruim opgezette wijken met een speelse en gevarieerde bebouwing. Kronkelige straten en woonerven.
A
Vooroorlogse wijken
B
Naoorlogse wijken
C
Jaren 70-wijken
D
Nieuwbouwwijken
Slide 17 - Quiz
Welke wijk is het nieuwst?
A
Arbeiderswijk
B
Naoorlogse hoogbouw
C
Nieuwbouwwijk
D
Jaren '70 wijk
Slide 18 - Quiz
De jaren-70 wijken zijn het gevolg van:
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie
C
Re-urbanisatie
Slide 19 - Quiz
Wat voor wijk zie je op de kaart?
A
historisch stadscentrum
B
jaren 70-wijk
C
nieuwbouwwijk
D
naoorlogse wijk
Slide 20 - Quiz
Het binnenste stukje van de stad en het gebied er omheen heet ......
A
verstedelijking
B
jaren 70-wijk
C
stadscentrum
D
arbeiderswijk
Slide 21 - Quiz
welke huizen staan er in een jaren 70 wijk?
A
steen
B
eensgezinshuis
C
een huis
D
hoogbouw
Slide 22 - Quiz
In welk soort wijk zul je de
woningen op de foto aantreffen?
A
jaren 70-wijk
B
in het stadscentrum
C
nieuwbouwwijk
D
rondom het stadscentrum
Slide 23 - Quiz
Wat is een FORENS?
A
Iemand die veel in de file staat.
B
Iemand die ver moet reizen voor zijn werk.
C
Iemand die buiten de stad woont.
D
Iemand die in de stad woont.
Slide 24 - Quiz
De bevolkingsdichtheid =...
A
gem. aantal inwoners per vierkante meter
B
gem. aantal inwoners in een stad
C
gem. aantal inwoners per vierkante km
D
De manier waarop de bevolking is verdeeld
Slide 25 - Quiz
More lessons like this
Steden en hun omgeving
August 2018
- Lesson with
12 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
4. Steden en hun omgeving
September 2022
- Lesson with
16 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Paragraaf 4. Steden en hun omgeving
September 2024
- Lesson with
16 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Steden en hun omgeving
September 2022
- Lesson with
24 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
les 3 Steden en hun omgeving
November 2023
- Lesson with
24 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
WiNL_Start H3 en 3.1
June 2021
- Lesson with
14 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5,6
Start hfdst 3 Wonen in Nederland
January 2024
- Lesson with
19 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5,6
Start H3 en 3.1
August 2023
- Lesson with
31 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5,6