Lesson 1 Crossing borders - The Highland Games

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Unit 2 SCOTLAND

Lesson 1

Planning for lesson 1

 

• Toets bespreken
• Start Unit 2
• Kennis over Scotland verzamelen
• Leestekst 
• Opdracht 1 
• Video

Goals

• At the end of this lesson you know more about Scotland.

SCOTLAND

Waar denk jij dat Schotland ligt? 

Waar ligt Schotland?

1. In Australië
2. In Europa
3. In Noord-Amerika
4. In Azië

Uit welke landen bestaat Groot-Brittannië?

1. Engeland en Canada
2. Engeland, Schotland en Australië
3. Engeland, Schotland en Wales
4. Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland

Wat is de hoofdstad van Schotland?

1. Londen
2. Glasgow
3. Edinburgh
4. Aberfeldy

Schotland

Hoofdstad:

Edinburgh

England

Scotland

Ireland

Wales

Northern Ireland

Typically Scottish

Doedelzak

Schotse kilt (rok die mannen dragen)

Schotse ruitjes

Schots accent (rolling R)

Haggis (typisch Schots gerecht)

Veel eilanden

The Highlands

Reading

"The Highland Games" Blz 48

Opdracht 1 

Unit 2 SCOTLAND

Lesson 2

Planning for lesson 2

 

• Video "Brave"
• Opdracht 2 
• Video "Highland Games"
• Groupwork: opdracht 3

Goals

• At the end of this lesson you know more about the Highlands Games.

Video

Je gaat dadelijk een video bekijken 

over de Highland Games:

Welke sporten zie je in de video?

0

Welke sporten heb je gezien in de video?

Opdracht 2

Zag je dingen terug die je bij opdracht 1 hebt opgeschreven? Welke?

In de video zie je drie verschillende clans het kasteel binnenkomen. Waaraan kun je ze herkennen?

The highland games video

In het filmpje komen de volgende
vier sporten voor:
- Weight over the bar
- Tossing the caber
- Tug of war
- Highland dancing.

Group work

 In het filmpje kwamen de volgende vier sporten voor:
Weight over the bar, Tossing the caber, Tug of war, Highland dancing. 

1.  Maak een groepje van vier.

2.  Verdeel de sporten zodat ieder een andere sport onderzoekt.

3.  Elke persoon zoekt een video over 1 van de  sporten.

4.  Laat de video's aan elkaar zien.

5. Noteer wat elke sport inhoudt en hoe je hierbij kunt winnen bij opdracht 3