§4.3 De Franse Revolutie

1 / 45
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lezen!
Lees de alinea 'de Franse Revolutie begint' in je tekstboek op pagina 74 en 75.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Nog een Lodewijk!?
Over wie hebben we het nu?
A
Lodewijk 14e
B
Lodewijk 15e
C
Lodewijk 16e
D
Lodewijk 17e

Slide 4 - Quiz

Wacht, over wie hebben we het?
A
Lodewijk XIV
B
Lodewijk XV
C
Lodewijk XVI
D
Lodewijk XVII

Slide 5 - Quiz

Oke, die koning hebben we duidelijk.
Waarom roept Lodewijk XVIII de Staten-Generaal bijeen?
A
Hij wil de belastingen verhogen
B
Hij wil de standen afschaffen
C
He, wacht! Dit is de verkeerde koning! We hebben toch over Lodewijk XVI?!
D
Hij heeft zin om te kletsen

Slide 6 - Quiz

Nu dan echt;
Waarom roept Lodewijk XVI de Staten-Generaal bijeen?
A
Hij wil de belastingen verhogen
B
Hij wil de standen afschaffen
C
Hij wil de derde stand meer rechten geven
D
Hij wil de eerste stand meer rechten geven

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wie willen er per hoofd stemmen?
A
De eerste stand
B
De tweede stand
C
De derde stand

Slide 10 - Quiz

Leg uit waarom de derde stand liever per hoofd dan per stand stemt.

Slide 11 - Open question

De derde stand bestaat uit:
A
Arme boeren en rijke burgers
B
Rijke geestelijken en arme edelen
C
Arme boeren en arme stedelingen
D
Rijke boeren en arme geestelijken

Slide 12 - Quiz

Waarom zijn de boeren in 1789 ontevreden?
A
Ze betalen belasting, maar hebben geen inspraak
B
Ze hebben honger
C
Er was onvrede over de privileges van de eerste en tweede stand

Slide 13 - Quiz

Waarom zijn de rijke burgers in 1789 ontevreden?
A
Ze betalen belasting, maar hebben geen inspraak
B
Ze hebben honger
C
Er was onvrede over de privileges van de eerste en tweede stand

Slide 14 - Quiz

De Nationale vergadering wordt opgericht door:
A
De eerste stand
B
De tweede stand
C
De derde stand

Slide 15 - Quiz

Tijd voor een video!

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Ik had je gewaarschuwd; deze moet je weten! Wanneer en met welke gebeurtenis begint de Franse Revolutie?
A
14 juni 1789 - de bestorming van de Bastille
B
14 juni 1788 - bestorming van Versailles
C
14 juli 1789 - de bestorming van de Bastille
D
14 juli 1788 - bestorming van Versailles

Slide 18 - Quiz

Wat is absolute macht?
A
Als een koning veel macht heeft
B
Als alle macht in handen van 1 persoon is
C
Als de macht verdeeld is volgens de driemachtenleer
D
Als er een dictator

Slide 19 - Quiz

Wie behoorde er tot de eerste stand?
A
adel
B
geestelijken
C
boeren
D
burgers

Slide 20 - Quiz

Juist of onjuist?
Alle mensen in de derde stand waren arm
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Wie was de vrouw
van Lodewijk XVI?
A
Marie-Jose
B
Antoinette-Catherina
C
Marie-Antoinette
D
Catherina

Slide 22 - Quiz

Marie-Antoinette roept de hulp in van de Oostenrijkse keizer. Wat zou voor deze keizer een motief kunnen zijn om te helpen?

Slide 23 - Open question

Lezen!
Lees de alinea 'Politieke veranderingen vanaf 1789' in je tekstboek op pagina 75.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Een constitutionele monarchie is...
A
een democratie met een grondwet
B
een koninkrijk waar ook de koning zich aan de grondwet moet houden
C
een koninkrijk zonder koning
D
een koninkrijk waar de koning zich niet hoeft te houden aan de grondwet

Slide 26 - Quiz

Met het ancien regime bedoelen we...
A
De Verlichting en de verlichtte denkers
B
De Franse Revolutie
C
Het oude systeem onder Lodewijk XVI
D
Het beleid van de Nationale Vergadering

Slide 27 - Quiz

Robespierre was....
A
Gematigd
B
Radicaal

Slide 28 - Quiz

Lezen!
Lees de alinea 'Frankrijk onder Napoleon' in je tekstboek op pagina 75 en 76.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

2

Slide 31 - Video

00:24
Wanneer breekt de Franse Revolutie uit?
A
1788
B
1789
C
1888
D
1889

Slide 32 - Quiz

00:47
Wiens taak is het normaal gezien om keizers te kronen?
A
de Paus
B
de bisschoppen
C
de koning
D
de tsaar van Rusland

Slide 33 - Quiz

Napoleon kwam aan de macht door...
A
Verkiezingen
B
Referendum
C
Staatsgreep
D
Erfopvolging

Slide 34 - Quiz

Napoleon was een alleenheerser, maar was ook beïnvloed door de Verlichting.
Deze twee gaan niet eigenlijk niet samen. Leg dit uit.

Slide 35 - Open question

Noem een voorbeeld van Napoleon als Verlicht denker.
A
De Code Civil
B
Hij was een alleenheerser
C
Scheiding tussen kerk en staat
D
Hij voerde veel oorlogen

Slide 36 - Quiz

Lezen!
Lees de alinea 'Heerser van Europa' in je tekstboek op pagina 76 en 77.

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Wat was het nut van het invoeren van de dienstplicht?

Slide 39 - Open question

Juist of onjuist?
Napoleon werd definitief verslagen tijdens de Slag bij Leipzig
A
Juist
B
Onjuist

Slide 40 - Quiz

De slag bij Waterloo vindt plaats in.....
A
1813
B
1814
C
1815
D
1816

Slide 41 - Quiz

Wat is een coalitie?
A
een samenwerking
B
een overeenkomst
C
een tegenstelling
D
een vijandschap

Slide 42 - Quiz

Goed gedaan!
Je bent bijna klaar. :-)
Check de laatste slides en laat me weten wat je hebt geleerd en wat je nog lastig vindt. 

Slide 43 - Slide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 44 - Mind map

Wat vind je nog lastig?

Slide 45 - Mind map